Het Hooggerechtshof van Californië heeft geoordeeld in het voordeel van app-gebaseerde ritdiensten zoals Uber (NYSE:UBER) en Lyft (NASDAQ:LYFT), en handhaaft de classificatie van chauffeurs als onafhankelijke aannemers. Deze beslissing bevestigt het door de kiezers goedgekeurde Proposition 22, waardoor deze bedrijven kunnen blijven werken met chauffeurs als aannemers in plaats van werknemers met uitgebreidere arbeidsvoorwaarden.
De beslissing van de rechtbank betekent een belangrijke overwinning voor de ride-hailing industrie, die had aangevoerd dat het opleggen van de werknemersstatus aan chauffeurs zou kunnen leiden tot een verminderde dienstverlening of een vertrek uit de Californische markt. De uitspraak verwierp een rechtszaak die was aangespannen door de Service Employees International Union (SEIU) en vier chauffeurs. De eisers hadden de grondwettigheid aangevochten van Proposition 22, een maatregel die in 2020 werd aangenomen en die de status van contractant voor chauffeurs bevestigt en hen tegelijkertijd bepaalde voordelen biedt.
De verwerping van de rechtszaak door het hoogste gerechtshof van de staat handhaaft dus het huidige bedrijfsmodel van bedrijven als Uber (NYSE:UBER) en Lyft (NASDAQ:LYFT), dat is gebaseerd op chauffeurs die niet als volwaardige werknemers worden geclassificeerd. Dit model is een twistpunt geweest, waarbij critici aanvoerden dat het bestuurders de volledige rechten en voordelen van een dienstverband ontzegt, terwijl voorstanders beweerden dat het flexibiliteit biedt aan individuen die liever als onafhankelijke aannemers werken.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.