De raad van bestuur van de Bank of Canada heeft onlangs aangegeven dat de belangrijkste leenkosten van het land niet zo hoog hoeven te blijven als eerder werd gedacht, wat leidde tot een aanzienlijke renteverlaging op 23.10.2023. Uit de notulen van de raadsvergadering, die dinsdag werden vrijgegeven, bleek een consensus voor een substantiële verlaging van de belangrijkste beleidsrente met 50 basispunten tot 3,75%, de vierde opeenvolgende verlaging en de eerste van deze omvang in meer dan vier jaar.
Het besluit van de raad volgde op een periode van afnemende inflatiedruk, waarbij de rentebepalende leden bespraken of een kleinere verlaging van 25 basispunten voldoende zou zijn. De heersende mening was echter voor de grotere aanpassing, waarbij de economische gegevens die sinds juli waren waargenomen als reden voor deze stap werden genoemd. De leden wilden een sterkere economische groei stimuleren en de aanhoudende zwakte op de arbeidsmarkt aanpakken, evenals het overschot aan aanbod beheren.
Ondanks de beslissende actie van de raad was er bezorgdheid dat de omvang van de renteverlaging verkeerd geïnterpreteerd zou kunnen worden als een signaal van diepe economische problemen, wat mogelijk verwachtingen zou kunnen wekken voor toekomstige vergelijkbare verlagingen of een te soepel rentebeleid.
De inflatie in Canada was in september afgekoeld tot 1,6%, onder het middelpunt van de doelstelling van de centrale bank, wat de impact van de eerder hoge rentetarieven op de consumentenprijzen weerspiegelde. Deze verkrapping remde echter ook de economische groei, waarbij het BBP in augustus stagneerde en de prognoses aangaven dat de herziene doelstelling van de Bank of Canada van 1,5% voor het derde kwartaal niet gehaald zou worden.
De centrale bank en economen verwachten dat recent geïmplementeerd overheidsbeleid gericht op het verminderen van de bevolkingsgroei het BBP en de consumptie in de komende kwartalen verder zal dempen. De regering van premier Justin Trudeau kondigde vorige maand maatregelen aan die naar verwachting zullen leiden tot een bevolkingsafname van 0,2% in zowel 2025 als 2026, met een lichte opleving in 2027.
Daarnaast besprak de raad van bestuur de potentiële risico's van lagere rentetarieven die zouden kunnen bijdragen aan een verhoogde vraag naar huisvesting, waardoor de huizenprijzen mogelijk sterker zouden kunnen stijgen dan verwacht vanwege opgehoopte vraag en nieuwe hypotheekkwalificatieregels.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.