Maandag sloot Wall Street nog op recordniveaus. De verwachting is dat Amerikaanse bedrijven, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, zullen profiteren van het “America First” beleid van Trump. De waarderingen van de Amerikaanse aandelen lopen fors op als gevolg van de gestegen aandelenkoersen. De gemiddelde koers/winstverhouding van de toonaangevende S&P 500 index is opgelopen naar 22,2 keer de verwachte winst in 2025. Deze waardering zit aan de bovenkant van de historische bandbreedte en staat op het hoogste niveau in meer dan drie jaar. Gisteren kwam aan de opmars van de aandelenbeurzen op Wall Street (tijdelijk) een einde.
Economen van Goldman Sachs (NYSE:GS) hebben in een rapport de economische groeivooruitzichten voor de eurozone verlaagd en houden rekening met verdere renteverlagingen. Voor de Verenigde Staten geldt het tegenovergestelde, namelijk; verdere toename van de economische groei met verhoogde inflatiedruk. Na de herverkiezing van Trump is de kapitaalmarktrente verder gestegen. De vergoeding op staatspapier met een looptijd van tien jaar nam afgelopen week verder toe met 10 basispunten naar 4,45 procent. Een hogere rekenrente betekent dat de toekomstige winstverwachtingen van bedrijven lager worden gewaardeerd. Analisten hebben derhalve in het algemeen de winstgroeiverwachtingen naar beneden bijgesteld.
Voormalige Fed-gouverneur en oud-voorzitter van de Cleveland Fed Loretta Mester verwacht minder renteverlagingen van de centrale bank volgend jaar. In september lag de renteverwachting per ultimo 2025 van de Fed, volgens de zogenaamde “Dot Plot”, op een bandbreedte van 3,25 tot 3,50 procent. Als Donald Trump net zo hard van de toren blaast, zodra hij weer in het Witte Huis zit, als tijdens zijn verkiezingscampagne dan zullen de Fed-bestuurders voorzichtiger worden met het prognosticeren van renteverlagingen. Eén maand geleden lagen de marktverwachtingen op een rentedaling van 25 basispunten in de decembervergadering op 85 procent. Nu wordt deze kans ingeschat op 62 procent.
Vanmiddag zullen de inflatiecijfers (CPI) bekend worden gemaakt over de maand oktober. De verwachting is dat de algemene inflatie zal toenemen van 2,4 naar 2,6 procent op jaarbasis. Ten aanzien van de kerninflatie is de verwachting dat het ongewijzigd zal blijven op 3,3 procent in vergelijking met vorig jaar. Ook op maandbasis is de verwachting dat de uitkomst niet zal veranderen en de kerninflatie op 0,3 procent blijft steken. Deze uitkomsten blijven voor de Fed een punt van zorg.
Als de inflatiecijfers vanmiddag tegenvallen dan zou dat voor beleggers aanleiding kunnen zijn om winst te nemen.
Minder vraag naar olie
De OPEC heeft haar prognoses voor de groei van de vraag naar olie voor de vierde maand op rij naar beneden bijgesteld. Uit het maandrapport bleek dat het oliekartel minder optimistisch is geworden over de vraag vanuit China omdat de import van olie in oktober met 9 procent is gedaald op jaarbasis. Als het aan Trump ligt dan wordt de olieproductie in de Verenigde Staten verder opgevoerd. Hierdoor zal het marktaandeel van Saudi-Arabië verder afnemen, mocht de vrijwillige productiebeperking ook volgend jaar worden verlengd. De verwachting is dat door de verhoging van het olieaanbod de prijs verder onder druk komt te staan. Dit is dan wel weer gunstig voor de inflatieontwikkeling.