In een baanbrekende uitspraak op vrijdag heeft het Amerikaanse Hooggerechtshof de Chevron-deference ongedaan gemaakt, een fundamenteel juridisch principe dat rechters de afgelopen vier decennia heeft geleid naar de interpretaties van dubbelzinnige Amerikaanse wetten door federale agentschappen. De 6-3 uitspraak, geleid door de conservatieve rechters van het hof, verklaarde de doctrine "onwerkbaar" en benadrukte dat het interpreteren van wetten de verantwoordelijkheid is van rechtbanken en niet van federale agentschappen.
De Chevron (NYSE:CVX) deference kwam voort uit een zaak van het Hooggerechtshof in 1984 waarbij het oliebedrijf Chevron betrokken was en is sindsdien een belangrijk aspect van het administratief recht. De doctrine werd bekritiseerd door conservatieve en zakelijke groeperingen, terwijl liberalen en voorstanders van sterke bedrijfsregulering de doctrine steunden.
De recente zaak die leidde tot de vernietiging van de Chevron deference betrof visserijbedrijven die de kosten aanvochten van een overheidsprogramma dat overbevissing van haring in New England moest voorkomen. Deze zaak maakt deel uit van een bredere push van conservatieve belangen om de regelgevende macht van federale instanties te verminderen.
De Kamer van Koophandel van de V.S., die een groot aantal bedrijven vertegenwoordigt, had gepleit tegen de Chevron-deference, omdat deze het Congres in staat zou stellen om cruciale beleidsbeslissingen te delegeren aan agentschappen door middel van vaag geformuleerde statuten. Volgens de Kamer leidde dit ertoe dat instanties nieuwe regels en handhavingsacties creëerden zonder specifieke toestemming van het Congres, wat leidde tot lastige verplichtingen voor bedrijven. De Kamer van Koophandel heeft ook de U.S. Federal Trade Commission aangeklaagd over een nieuwe regel die niet-concurrentiebedingen in arbeidscontracten verbiedt, een regel die volgens de Kamer niet specifiek door het Congres is goedgekeurd.
Naast bedrijven hebben ook e-sigaret bedrijven zich verzet tegen Chevron deference, door de U.S. Food and Drug Administration te beschuldigen van het overschrijden van haar wettelijke bevoegdheden door te proberen e-sigaretten zonder tabakssmaak te verbieden. Deze bedrijven voeren aan dat dergelijke producten veel rokers hebben geholpen om af te stappen van traditionele sigaretten.
Aan de andere kant hebben de Democratische senatoren Sheldon Whitehouse, Mazie Hirono en Elizabeth Warren de Chevron deference verdedigd, door te stellen dat het Congres hierdoor kan vertrouwen op de expertise van instanties om wetgevingsdoelen te bereiken in steeds complexere industrieën. Ze beweren dat de doctrine heeft geholpen om gevaarlijke industriepraktijken te beteugelen, wat de veiligheid en welvaart van de maatschappij ten goede komt. Deze senatoren hebben de campagne tegen Chevron deference bekritiseerd als gedreven door bedrijfsbelangen ten koste van het Amerikaanse publiek.
De beslissing van het Hooggerechtshof om Chevron deference ongedaan te maken markeert een belangrijke verschuiving in het machtsevenwicht tussen federale instanties en de rechterlijke macht bij het interpreteren van wetten, met mogelijk verstrekkende gevolgen voor de toekomst van federale regelgeving.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.