NEW YORK (AFN) - De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag iets hoger gesloten. De aandacht ging vooral uit naar financiële fondsen. Beleggers reageerden op de kwartaalresultaten van de grote Amerikaanse banken JPMorgan Chase (NYSE:JPM), Citigroup (NYSE:C) en Wells Fargo (NYSE:WFC). Daarmee komt het cijferseizoen in de Verenigde Staten langzaamaan op stoom.
De leidende Dow-Jonesindex eindigde 0,4 procent hoger op 25.019,41 punten. De brede S&P 500 kreeg er 0,1 procent bij op 2801,31 punten en technologiegraadmeter Nasdaq ging een fractie omhoog tot 7825,98 punten.
Beleggers hielden met een schuin het bezoek van Donald Trump aan het Verenigd Koninkrijk in de gaten. Daar uitte de president in een interview onder meer forse kritiek op de brexitplannen van de Britse regering. Als die doorgevoerd zouden worden, hoeven de Britten wat Trump betreft niet meer te rekenen op een handelsverdrag met de VS.
JPMorgan Chase
JPMorgan Chase wist beleggers niet te overtuigen, ondanks recordresultaten. Het financiële concern profiteerde de afgelopen maanden van de hogere rente, groeiende kredietverstrekking en hogere inkomsten uit de beurshandel en bij het zakenbankieren. Het aandeel ging 0,5 procent omlaag.
Het beursbeeld bij Citigroup, dat de winst eveneens zag oplopen, was niet veel anders. Het aandeel verloor 2,2, procent. Wells Fargo, de grootste hypotheekverstrekker van de Verenigde Staten, zag zijn winst juist afnemen. Het aandeel werd 1,2 procent minder waard.
Johnson & Johnson (NYSE:JNJ)
Johnson & Johnson verloor 1,4 procent. De farmaceut moet een schadevergoeding van 4,7 miljard dollar betalen aan 22 vrouwen die zeggen eierstokkanker te hebben gekregen door het gebruik van talkpoeder van het bedrijf. In het talkpoeder zou asbest hebben gezeten. Johnson & Johnson ontkent alle aantijgingen en zal het jurybesluit aanvechten.
Verder stond AT&T (NYSE:T) (min 1,8 procent) bij de verliezers. De telecomgigant AT&T kreeg van de rechter eerder te horen dat het mediabedrijf Time Warner (NYSE:TWX) mag overnemen. Justitie in de VS vecht naar verluidt die beslissing aan. De deal ter waarde van 85 miljard dollar stuitte eerder op mededingingsbezwaren.
De euro was 1,1681 dollar waard, tegen 1,1671 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,5 procent tot 70,69 dollar. Brentolie kostte 0,7 procent meer op 74,97 dollar per vat.