NEW YORK (AFN) - De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn donderdag lager gesloten. Chipbedrijven en techfondsen trokken de koersen naar beneden, na zwakke vooruitzichten van de Taiwanese chipgigant TSMC. Verder hadden beleggers de nodige kwartaalcijfers te verwerken, onder meer van verzorgingsproductenmaker Procter & Gamble (NYSE:PG) en verfproducent PPG.
De toonaangevende Dow-Jonesindex eindigde 0,3 procent in het rood op 24.664,89 punten. De brede S&P 500 leverde 0,6 procent in tot 2693,13 punten en technologiebeurs Nasdaq (NASDAQ:TSLA) stond op 7238,06 punten. Dat betekende een verlies van 0,8 procent.
Chipmaker TSMC uit Taiwan kwam met zwakke verwachtingen voor de rest van 2018. Andere chipmakers als AMD, Intel, Nividia, Qualcomm (NASDAQ:QCOM) en Broadcom gingen daarop tot 4,8 procent omlaag. Qualcomm zou verder gaan reorganiseren en moet bovendien nog meer concessies doen om de overname van het Nederlandse, aan de Nasdaq genoteerde chipbedrijf NXP (min 5,2 procent), goedgekeurd te krijgen door de Chinese toezichthouder.
PPG
Procter & Gamble (min 4,2 procent) boekte een iets hogere omzet, maar dat was vooral het gevolg van gunstige wisselkoerseffecten. Het verzorgingsmiddelenconcern trok ook de aandacht met de aangekondigde overname van de divisie voor consumentenproducten van het Duitse Merck (NYSE:MRK) ter waarde van 3,4 miljard euro.
Verfproducent PPG voerde de winst en de omzet op. Wel was er sprake van boekhoudkundige onregelmatigheden waar het bedrijf een onderzoek naar doet. De koers daalde met 3,1 procent. Tabaksproducent Philip Morris kelderde 15,6 procent na zijn kwartaalcijfers. Ook vermogensbeheerder Blackstone kwam met cijfers. De investeerder meldde onder meer een record aan beheerd vermogen en werd 1,1 procent hoger gezet.
Olie
Creditcardbedrijf American Express (NYSE:AXP) (plus 7,6 procent) meldde voor afgelopen kwartaal een flink hogere winst. De verwachtingen voor het hele boekjaar zijn daarom naar boven bijgesteld. Ook aluminiumproducent Alcoa (NYSE:AA) overtrof in het eerste kwartaal de verwachtingen over zijn winstgevendheid en steeg 1,4 procent.
De euro was 1,2347 dollar waard, tegen 1,2342 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie daalde 0,5 procent tot 68,16 dollar. Brentolie kostte 0,3 procent meer, op 73,73 dollar per vat.