Een rechtszaak waarin werd beweerd dat het beleid van Uber Technologies Inc (NYSE:UBER) om chauffeurs te deactiveren op basis van de beoordeling van passagiers racistisch was, is vandaag verworpen door het 9th U.S. Circuit Court of Appeals. De rechtbank oordeelde dat de aanklager, Thomas Liu, niet voldoende bewijs had geleverd om de bewering te staven dat niet-blanke chauffeurs sneller van het Uber-platform werden gehaald dan hun blanke collega's vanwege lage beoordelingen van passagiers.
Liu, een Aziatisch-Amerikaanse bestuurder, werd de toegang tot de Uber-app ontzegd nadat zijn beoordeling onder de 4,6 was gezakt. Hij beweerde dat het beoordelingssysteem discriminatie van niet-blanke chauffeurs in de hand werkte, omdat de kans groter was dat passagiers hen een slechte beoordeling gaven. Hij beweerde dat deze praktijk in strijd was met Titel VII van de Civil Rights Act van 1964 en de antidiscriminatiewetgeving van Californië.
Het panel van drie rechters van het 9th Circuit concludeerde echter dat Liu's beweringen speculatief waren, omdat hij geen bewijs kon overleggen behalve zijn eigen beweringen. Liu's juridische team had beweerd dat het benodigde statistische bewijs om zijn beweringen te onderbouwen beschikbaar zou komen tijdens de ontdekkingsfase van de rechtszaak, waarin ze documenten en getuigenissen van Uber konden krijgen. Toch besloot de rechtbank dat Liu's eerste presentatie niet het bewijsmateriaal bevatte dat nodig was om verder te gaan.
De beslissing bevestigde een eerdere uitspraak van U.S. District Judge Vince Chhabria in San Francisco, die de zaak in 2022 had verworpen. Rechter Chhabria oordeelde dat het onderzoek van Liu's advocaten, dat beweerde een ongelijke beoordeling aan te tonen voor chauffeurs van verschillende rassen, fundamenteel onjuist was. Het 9e Circuit steunde dit standpunt en wees erop dat het onderzoek talloze tekortkomingen had en geen nauwkeurige weergave gaf van de raciale samenstelling van alle Uber-chauffeurs.
Shannon Liss-Riordan, die Liu vertegenwoordigde, uitte haar diepe teleurstelling over de beslissing van de rechtbank en gaf aan dat het mogelijk is om een heroverweging van de uitspraak aan te vragen.
De U.S. Equal Employment Opportunity Commission (EEOC), die toeziet op de naleving van Titel VII, had de zaak van Liu gesteund. In een brief verwees de EEOC naar onderzoek dat suggereerde dat klantbeoordelingen beïnvloed zouden kunnen worden door raciale vooroordelen, wat volgens hen, samen met het onderzoek dat Liu's advocaten presenteerden, voldoende was om een plausibele claim van discriminatie vast te stellen.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.