Aandelen van scheepvaartbedrijven daalden vandaag sterk op zowel Europese als Aziatische markten nadat er eerder dan verwacht een akkoord was bereikt om een staking in havens aan de oost- en golfkust van de Verenigde Staten te beëindigen. De oplossing van het arbeidsconflict leidde tot aanzienlijke verkopen, waarbij A.P. Moeller-Maersk, een grote speler in de sector, een daling van 7,7% in zijn aandelenwaarde zag en daarmee de slechtst presterende was op de STOXX 600. Hapag-Lloyd, een ander belangrijk scheepvaartbedrijf, zag een substantiële daling van 12,4%.
In Zwitserland daalden de aandelen van logistiek bedrijf Kuehne und Nagel met 1,8%. In Taiwan zagen Evergreen Marine, Wan Hai Lines en Yang Ming Marine hun aandelen kelderen, met verliezen variërend van 8,8% tot 10%, wat voor deze bedrijven enkele van de grootste dalingen in maanden markeerde.
De trend zette zich ook door bij Japanse scheepvaartbedrijven, waarbij Nippon Yusen, Kawasaki Kisen en Mitsui OSK Lines allemaal dalingen tussen 7% en 9% ondervonden. Deze verliezen maakten hen de grootste dalers op de Topix-index.
Het snelle einde van de havenstaking zette investeerders ertoe aan hun aandelen van de hand te doen. Volgens Yang Ji-hwan, een analist bij Daishin Securities, werd het sentiment onder beleggers beïnvloed door de voortijdige oplossing van de staking. Veel investeerders hadden gehoopt op een kortstondige stijging van de vrachtkosten, die een dalende trend vertoonden. De plotselinge beëindiging van de staking leidde tot een verandering in verwachtingen, wat resulteerde in de waargenomen uitverkoop van scheepvaartaandelen.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.