In een belangrijke uitspraak op vrijdag steunde het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) de Oostenrijkse privacyactivist Max Schrems in zijn voortdurende juridische strijd met Meta Platforms (NASDAQ:META), het moederbedrijf van het sociale netwerk Facebook. Schrems had zijn klacht ingediend bij een Oostenrijkse rechtbank, waarbij hij beweerde dat Meta hem had benaderd met advertenties op basis van zijn seksuele geaardheid door middel van gepersonaliseerde reclame die persoonsgegevens verwerkte.
De Oostenrijkse rechtbank, die verduidelijking over de kwestie zocht, verwees naar het HvJ-EU voor advies. Het in Luxemburg gevestigde hof heeft nu verduidelijkt dat een online sociaal netwerk zoals Facebook geen persoonsgegevens mag gebruiken voor gerichte reclame zonder tijdsbeperkingen of zonder onderscheid te maken tussen soorten gegevens.
De beslissing van het HvJ-EU is gebaseerd op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de strenge privacywet van de EU, waarop Schrems zich eerder heeft beroepen in verschillende zaken tegen Meta wegens vermeende privacyschendingen. De zaak, geïdentificeerd als C-446/21 Schrems (Mededeling van gegevens aan het algemene publiek), onderstreept de aanhoudende spanning tussen privacyvoorvechters en technologiebedrijven over het gebruik van persoonsgegevens voor reclamedoeleinden.
Meta Platforms, genoteerd aan de NASDAQ: META, staat in Europa centraal in verschillende juridische uitdagingen met betrekking tot privacy en gegevensbescherming. Deze uitspraak van de hoogste EU-rechtbank benadrukt verder de juridische uitdagingen waarmee technologiebedrijven worden geconfronteerd bij het in evenwicht brengen van gerichte reclamepraktijken met strenge Europese privacyregels.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.