Bristol Myers Squibb Co (NYSE:BMY) heeft met succes de afwijzing verkregen van een rechtszaak van €6,4 miljard met betrekking tot de vertraagde goedkeuring van het kankermedicijn Breyanzi en twee andere geneesmiddelen ontwikkeld door Celgene. De uitspraak werd maandag gedaan door de Amerikaanse districtsrechter Jesse Furman in Manhattan.
De rechtszaak, aangespannen door UMB Bank namens voormalige Celgene-aandeelhouders, beschuldigde Bristol Myers ervan opzettelijk de federale goedkeuring voor de geneesmiddelen te vertragen om een aanzienlijke uitbetaling te vermijden. Deze aandeelhouders, die "contingent value rights" (CVR) bezaten, zouden een extra €9 per aandeel ontvangen als Breyanzi, samen met de geneesmiddelen Ozanimod en Ide-cel, vóór bepaalde data goedkeuring van de U.S. Food and Drug Administration (FDA) zouden krijgen.
Volgens de voorwaarden van de fusie moest Bristol Myers FDA-goedkeuringsmijlpalen behalen vóór 31.12.2020 voor Liso-Cel, op de markt gebracht als Breyanzi, en Ozanimod, en vóór 31.03.2021 voor Ide-cel. CVR-houders beweerden dat Bristol Myers traag was met het indienen van noodzakelijke informatie bij de FDA en met het voorbereiden van fabrieken voor inspectie, waardoor goedkeuringen werden vertraagd.
Rechter Furman identificeerde een cruciale tekortkoming in de zaak, waarbij hij opmerkte dat UMB Bank niet correct was aangesteld als trustee voor de CVR-houders. De aanstelling vereiste steun van geregistreerde eigenaren, niet alleen van economische eigenaren, en dit verzuim leidde tot de afwijzing van de rechtszaak.
Furman benadrukte het belang van de duur van het geschil en de aanzienlijke betrokken bedragen, maar stelde dat UMB Bank alleen zichzelf de schuld kon geven voor de uitkomst. Hij vermeldde ook dat een correct aangestelde trustee de zaak opnieuw zou kunnen indienen.
Bristol Myers verkreeg FDA-goedkeuring voor Breyanzi op 05.02.2021 voor de behandeling van non-Hodgkin-lymfoom. Ondanks dit zetten CVR-houders hun juridische strijd voort en gaan ze in beroep tegen Furmans afwijzing in februari van een afzonderlijke rechtszaak waarin ze Bristol Myers rechtstreeks beschuldigden van effectenfraude.
Naast deze federale zaak hebben ook rechters van staatsrechtbanken in New York en New Jersey rechtszaken van CVR-houders afgewezen. Deze rechtszaken beweerden dat Bristol Myers' registratieverklaring voor de Celgene-fusie misleidend was omdat het niet vermeldde dat het bedrijf naar verluidt van plan was om geen FDA-goedkeuring voor Breyanzi binnen de overeengekomen termijn te verkrijgen.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.