Crisis? Welke crisis? Voor diegenen die zich met hun beleggingen beperken tot alleen maar de Amerikaanse technologie index Nasdaq lijkt er geen vuiltje aan de lucht. De index sloot dit jaar voor de eenentwingste keer op een all-time high en het staat daarmee year-to-date 12,9 procent in de plus.
De records beperken zich niet alleen tot Amerikaanse techbedrijven. Het Chinese Tencent (HK:0700) sloot dinsdag eveneens op een all-time high. Met een marktwaarde van omgerekend 545 miljard euro is het nu net iets groter dan Alibaba. Die flinke opmars van Tencent is goed voor het AEX-fonds Prosus, dat maar liefst 31 procent van de aandelen Tencent in handen heeft.
Een investering van slechts 31 miljoen dollar in 2001 is in nog geen 20 jaar uitgegroeid tot een waarde van maar liefst 169 miljard euro, niet verkeerd voor een investeringsfonds. Als je dan bedenkt dat Prosus op de beurs ‘slechts’ een marktwaarde heeft van 136 miljard euro (net iets groter dan Unilever (AS:UNA)) en netto geen schulden heeft, dan mogen we wel van een flinke discount spreken. Te meer omdat Prosus ook nog vele andere belangen heeft die je er als het ware gratis bijkrijgt. Bekende namen onder die belangen zijn maaltijdbezorgers als Delivery Hero (DE:DHER), iFood (Latijns-Amerika) en Swiggy (marktleider in India), de Chinese site voor het boeken van reizen Ctrip, en Mail.ru, een soort van Russisch Tencent.
Het zijn vooral investeringen in ondernemingen uit opkomende landen op het vlak van e-commerce, maaltijdbezorging, social media en fintech. Investeringen die het in tijden van coronavirus goed doen. Niet verwonderlijk staat het aandeel Prosus dit jaar dan ook 25 procent in de plus. Gezien de grote discount zit er nog meer in het vat. Alle 13 analisten die het fonds volgen geven dan ook nog een koopadvies met een gemiddeld koersdoel van 98,50 euro. Overigens publiceert Prosus aankomende maandagmiddag nabeurs Prosus zijn jaarcijfers (tot 31 maart 2020), maar gezien de trading-update van 18 juni zal daar waarschijnlijk weinig nieuws te beluisteren zijn.
Vive la France
Zagen we gisteren de beurzen nog vrolijk in polonaise feestvieren, vandaag is die hosanna stemming weer voorbij. Nu ligt de focus weer op het coronavirus dat nog lang niet de wereld uit is. Dat neemt niet weg dat goed nieuws goed nieuws blijft. Mede dankzij sterk meevallende inkoopmanagersindices uit Europa stegen gisteren de koersen.
In de eurozone nam de samengestelde inkoopmanagersindex toe van 31,9 in mei naar 47,5 deze maand. Dat duidt nog steeds op een krimp, maar minder fors dan verwacht. Analisten hadden een stand van 42,4 voorspeld. Deze meevaller is een forse klim nadat de index in april een historisch dieptepunt van 13,6 liet optekenen.
De echte verrassing kwam uit Frankrijk. We zagen daar deze indicator van 32,1 in mei naar 51,3 in juni stijgen. Zowel de activiteiten in de Franse industrie (52,1) als de dienstensector (50,3) groeiden nu de beperkende lockdown maatregelen langzamerhand worden afgebouwd. Na een paar maanden van erbarmelijke cijfers een enorme opsteker.
Voor landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten gold hetzelfde als voor de eurozone. Nog steeds een krimp, maar een fikse stijging ten opzichte van de maand ervoor. Met grote stappen lijken we zo bezien de goede richting op te gaan, waarmee er ook hoop gloort voor de getroffen niet technologie bedrijven. De goede cijfers doen beleggers hopen op een V-herstel van de economie met dito bedrijfswinsten. De stimuli van de centrale banken en overheden lijken wat dat betreft hun werk te doen. Maar laten we reëel blijven. Wat we nu zien is een eerste aanzet, maar de hoge werkloosheid en aankomende faillissementen kunnen nog eens roet in het eten gooien. Meer overheidssteun richting Main Street is wenselijk, iets waar de Amerikaanse minister van Financiën Steven Mnuchin goed van doordrongen lijkt.