De Federal Aviation Administration (FAA) heeft toegegeven dat er tekortkomingen waren in het toezicht op Boeing (NYSE:BA) voorafgaand aan de noodsituatie in de lucht met een 737 MAX 9 van Alaska Airlines op 5 januari. FAA Administrator Mike Whitaker gaf donderdag tijdens een hoorzitting van de Senate Commerce Committee toe dat het agentschap "veel beter zicht" had moeten hebben op de activiteiten van Boeing vóór het incident.
Whitaker gaf aan dat de vorige aanpak van de FAA te toegeeflijk was en te afhankelijk van controles op papierwerk in plaats van inspecties ter plaatse. In reactie op het incident heeft de FAA het gebruik van inspecteurs ter plekke opgevoerd. Als onderdeel van dit verscherpte toezicht kondigde Whitaker aan dat FAA-vertegenwoordigers de volgende dag, vrijdag, een Boeing-fabriek in South Carolina zouden bezoeken.
Het noodgeval van 5 januari deed zich voor op vlucht 1282 van Alaska Airlines, die een noodlanding moest maken vanwege een gat in de romp. De National Transportation Safety Board (NTSB) voerde een onderzoek uit en leverde beelden van het beschadigde vliegtuig van 7 januari 2024.
De openhartige bekentenis van de FAA komt na intensief onderzoek naar haar regelgevende praktijken, vooral in de nasleep van eerdere problemen met de Boeing 737 MAX-serie. De verklaring van Whitaker betekent een verschuiving in de strategie van de FAA naar een meer rigoureuze en hands-on methode van toezicht om de veiligheid van de luchtvaart te waarborgen.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.