Het Amerikaanse Hooggerechtshof staat op het punt te beraadslagen over de mate waarin witte of heteroseksuele werknemers moeten gaan om discriminatie op de werkvloer te bewijzen. De zaak in kwestie is een beroep van Marlean Ames, die beweert dat ze onterecht werd vervangen en een promotie werd ontzegd bij het Ohio Department of Youth Services vanwege haar seksuele geaardheid.
Ames, die heteroseksueel is, stelt dat ze werd ontslagen uit haar functie, waarin ze toezicht hield op de naleving van een wet ter voorkoming van seksueel geweld in gevangenissen, en werd vervangen door een jongere homoseksuele man. Daarnaast beweert ze dat ze werd gepasseerd voor een promotie die in plaats daarvan aan een lesbische vrouw werd toegekend. Ondanks positieve feedback op haar werkprestaties werd Ames in 2019 gedegradeerd naar haar vorige functie met een aanzienlijke salarisverlaging van bijna €20 per uur.
Haar rechtszaak, aangespannen onder Titel VII van de Civil Rights Act van 1964, werd afgewezen door een federale rechter in Ohio die oordeelde dat Ames er niet in slaagde de noodzakelijke "achtergrondomstandigheden" aan te tonen om haar discriminatieclaim te ondersteunen. Het 6th U.S. Circuit Court of Appeals in Cincinnati bekrachtigde deze beslissing afgelopen december, stellend dat dergelijke omstandigheden bewijs kunnen omvatten van een lid van een minderheidsgroep die de betreffende werkgelegenheidsbeslissing neemt of statistisch bewijs van vooroordelen tegen leden van meerderheidsgroepen door de werkgever.
De beslissing van het Hooggerechtshof om Ames' beroep te horen weerspiegelt een voortdurend debat in de rechtspraak over de interpretatie van Titel VII. Terwijl sommige rechtbanken extra lasten opleggen aan leden van meerderheidsgroepen om discriminatieclaims te bewijzen, hebben anderen betoogd dat de wet geen onderscheid maakt tussen minderheids- en meerderheidsgroepen.
De uitspraak van het Hooggerechtshof, die naar verwachting eind juni zal volgen, kan gevolgen hebben voor het toenemende aantal rechtszaken van witte en heteroseksuele werknemers die discriminatie beweren, met name in de context van diversiteits-, gelijkheids- en inclusiebeleid binnen bedrijven. De pleidooien voor de zaak zullen beginnen met de nieuwe termijn die maandag start.
Vertegenwoordigers van Ames en het Ohio Department of Youth Services hebben niet onmiddellijk gereageerd op verzoeken om commentaar op de aanstaande herziening door het Hooggerechtshof.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.