De eurozone heeft in november een daling van de economische activiteit ervaren, waarbij zowel de dienstensector als de industrie krimp vertoonden. De HCOB Flash Eurozone Composite PMI Output Index, een maatstaf voor de algehele gezondheid van de economie, daalde naar 48,1, het laagste niveau in 10 maanden en een teken van krimp. Dit cijfer was lager dan de 50,0 in oktober, wat geen verandering in activiteitenniveau aangeeft. De dienstensector, die voorheen nog groeide, voegde zich bij de industrie in krimp, met een daling van de PMI Business Activity Index naar 49,2 van 51,6 in oktober, eveneens het laagste punt in 10 maanden.
De industrie bleef het moeilijk hebben, met een daling van de Manufacturing PMI Output Index naar 45,1, een lichte afname ten opzichte van 45,8 in oktober, en een daling van de algemene Manufacturing PMI naar 45,2 van 46,0, beide het laagste punt in twee maanden. De gegevens, verzameld tussen 12 en 20 november, weerspiegelen de tweede krimp in drie maanden voor de eurozone.
De daling in productie wordt toegeschreven aan een afnemende vraag, aangezien nieuwe orders voor de zesde opeenvolgende maand zijn gedaald, en wel in het snelste tempo van 2024. Deze afname was het meest uitgesproken in de industrie, maar ook de dienstensector zag een aanzienlijke daling in nieuwe opdrachten. De daling in nieuwe orders uit het buitenland, inclusief handel binnen de eurozone, was de grootste sinds eind vorig jaar, met een scherpe daling van nieuwe exportorders.
Het vertrouwen in de toekomst van de economie van de eurozone is ook afgenomen, waarbij het ondernemerssentiment daalde naar het laagste niveau sinds september 2023. De daling in optimisme was het meest opvallend in de dienstensector, waar het een dieptepunt van twee jaar bereikte. In Frankrijk werd voor het eerst in meer dan vier jaar pessimisme geregistreerd, terwijl Duitse bedrijven een lichte verbetering in vertrouwen toonden vergeleken met oktober. Desondanks behield de rest van de eurozone een sterk positieve vooruitzicht voor het komende jaar, ondanks een lichte daling in optimisme.
De werkgelegenheid in de eurozone nam voor de vierde maand op rij marginaal af, met een duidelijke daling in industriële banen, de meest significante sinds augustus 2020. De dienstensector zag daarentegen een toename in werkgelegenheid, de snelste in vier maanden. Duitsland rapporteerde een daling in personeelsaantallen, terwijl Frankrijk en de rest van de eurozone een stijging zagen.
De prijzen in de eurozone zijn blijven stijgen, waarbij de inputkosteninflatie in november versnelde naar een driemaands hoogtepunt, hoewel het onder het gemiddelde voor het jaar blijft. De inputprijzen in de dienstensector zijn gestegen, gecompenseerd door een daling in de inputkosten voor de industrie. Ook de outputprijzen stegen sneller dan in oktober, maar bleven onder het jaargemiddelde. Duitsland, Frankrijk en de rest van de eurozone rapporteerden allemaal stijgingen in outputprijzen.
Voorraden en toeleveringsketens werden ook beïnvloed, waarbij industriële bedrijven hun inkoopactiviteiten verminderden in het snelste tempo van 2024. Voorraden van inkopen en eindproducten werden meer verlaagd dan in de voorgaande maand, en de levertijden van leveranciers bleven grotendeels stabiel.
Dr. Cyrus de la Rubia, hoofdeconoom bij Hamburg Commercial Bank, gaf commentaar op de situatie en wees op de uitdagingen waarmee de economie van de eurozone wordt geconfronteerd te midden van politieke onzekerheden in Frankrijk en Duitsland, evenals de impact van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Hij benadrukte de onverwachte daling in de dienstensector en de stagflatoire omgeving, met dalende activiteit en stijgende prijzen. De la Rubia noemde ook de mogelijkheid van een rentepauze door de Europese Centrale Bank (ECB) in december, hoewel een renteverlaging van 25 basispunten waarschijnlijker door de meerderheid zal worden gesteund.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.