Een belangrijke vraag op de grondstoffenmarkten voor deze week is, welke geopolitieke waarde de vermeende medeplichtigheid van het Saoedische Koninkrijk aan de moord op journalist Jamal Khashoggi heeft voor het verloop van de olieprijzen.
Historische correlaties tussen crude oil en politieke onzekerheden - in het bijzonder die waarbij een zo grote en belangrijke producent als Saoedi-Arabië betrokken is - laten zien dat de prijs van een vat bij het uitbreken van een crisis één tot twee dollar kan stijgen. In het verleden hield zo'n opwaartse tendens dan net zo lang aan als dat het duurde om meer duidelijkheid te krijgen over hoe vraag en aanbod op langere termijn zouden worden beïnvloed.
Een voorbeeld hiervan is de rally van olie in de afgelopen maanden vanwege het besluit van de VS om opnieuw sancties op te leggen aan Iran.
Als de olieprijzen deze week op het Saoedische politieke schandaal stijgen, zou goud ook naar het doel van $1.250 per ounce kunnen opschuiven, aangezien meer institutionele kopers het gele metaal als een veilige haven bij politieke problemen zien, en een bescherming tegen inflatie en de dollar.
Krachtig Amerikaans optreden is onwaarschijnlijk
Maar afgezien van de geopolitiek hebben de grondstoffenmarkten in het verleden ook laten zien dat de economie uiteindelijk alle prijzen bepaalt. Olie is daarop geen uitzondering, ondanks het feit dat het de grondstof is die letterlijk de wereld in beweging brengt.
Analisten zeggen dat, om de olieprijzen met een kracht omhoog te stoten, zodat Brent naar de hoge $80's en WTI voorbij de midden-$70's zou stijgen (ongeveer 8 procent hoger dan de huidige niveaus), de VS sancties aan Riyad zou moeten opleggen die ongeveer 7 miljoen vaten ruwe olie per dag in de Saoedische export zouden beperken. Dat lijkt vooralsnog niet waarschijnlijk.
De Saoedi's zullen waarschijnlijk de onderzoeken over Khashoggi heel lang rekken en hun hogere ambtenaren van de inlichtingendienst, de leiding van het Koninkrijk, en vooral kroonprins Mohammad bin Salman buiten schot houden. De Trump-regering heeft de afgelopen week eveneens flink gedraald en geaarzeld over enige zinvolle actie tegen Riyad.
Het zijn de macrodata die actie zullen geven
In het vacuüm dat door een dergelijke geopolitieke inactiviteit zou ontstaan, zouden mondiale economische indicatoren de show kunnen stelen. De groei van China en de eurozone in het tweede kwartaal vertraagde licht ten opzichte van een jaar geleden. En terwijl de Amerikaanse economie in dezelfde periode beter presteerde dan een jaar geleden, met een groei van 4,2 procent op jaarbasis, wordt voor deze vrijdag een kwartaalgroei van slechts 3,3 procent verwacht.
Andere gegevens die beleggers deze week waarschijnlijk op het puntje van hun stoelen zullen houden, zijn de Franse, Duitse en eurozone PMI's voor productie en diensten, de Europese PMI voor diensten, de Amerikaanse diensten-PMI en de duurzame goederenorders van de VS. Voor al deze cijfers zullen de metingen naar verwachting een vertraging laten zien.
Dergelijke gegevens zouden een bearish effect kunnen hebben op industriële grondstoffen zoals koper en katoen. Daarnaast is er het risico dat ze extra druk leggen op de olieprijzen, terwijl de Amerikaanse Energy Information Administration (EIA) deze week naar verwachting de vijfde achtereenvolgende wekelijkse stijging van de binnenlandse {{eck-75||olievoorraden}} zal aankondigen.
Aandacht verschuift naar potentieel voor overaanbod
Adam Sarhan, oprichter en CEO van het New Yorkse fonds 50 Park Investments, zegt:
"Er is geen economische rechtvaardiging om nu een grote piek in de olieprijzen op gang te brengen, afgezien van angst over wat de Iraanse en Saoedische crisis zou kunnen worden."
"Als deze dingen overwaaien en het is 'business as usual', dan gaan we al snel terug naar de echte zorgen in de olie. Dat zijn: overpricing, overaanbod en tekenen van nog meer aanbod."
Dominick Chirichella, directeur risicomanagement en handel aan het Energy Management Institute in New York, deelt die visie. Hij zegt dat de aandacht voor de Iraanse sancties de afgelopen weken is afgenomen en dat men het nu vaker heeft over een mogelijk toekomstig olie-overschot.
Recente rapporten van de EIA, de OPEC en de Westerse energietoezichthouder IEA hebben allemaal een stabiele en groeiende olievoorraad in het vooruitzicht gesteld. De Amerikaanse oliemaatschappij Baker Hughes heeft ondertussen de binnenlandse olieplatformenproductie ingeschat op een hoogtepunt in 3,5 jaar, wat aangeeft dat er steeds meer naar ruwe olie wordt geboord.
Ondanks dergelijke angsten voor een overaanbod, benadrukt Chirichella dat zorgen over de veiligheid van de energievoorziening ook aanzienlijk zijn. Deze kunnen niet volledig worden weggenomen, gezien de vele geopolitieke factoren die nu in de gaten moeten worden gehouden. Voor olie kijkt hij hoofdzakelijk naar het Midden-Oosten, want dat "blijft instabiel met een hoog niveau van onzekerheid over de Saoedische moord."