Angst is een slechte raadgever, maar het doet regelmatig opgeld op de financiële markten. Gisteravond was het weer zover; angstige beleggers met zorgen over een mogelijk oplopende inflatie haalden hun geld van tafel en zetten de NASDAQ en de S&P 500 in het rood. Vanochtend namen de Aziatische beleggers dit over en vervolgens openden we in Europa ook lager.
Beleggers maken zich zorgen over een belangrijk inflatiecijfer dat morgen bekend wordt gemaakt. Het betreft de inflatie in de Verenigde Staten over de maand april. In de maand april van vorig jaar liet de coronaschok zich het hardste voelen. De brandstofprijzen daalden destijds naar het laagste niveau in ruim 4 jaar. De olieprijs in de Verenigde Staten daalde zelfs even tot onder nul en dus kreeg men geld toe indien men olie kocht. Sindsdien hebben de olieprijzen een flink herstel laten zien. En ook van andere grondstoffen zijn de prijzen sindsdien door het dak gegaan. De gevolgen laten zich raden: de producenten berekenen de hogere grondstofprijzen door in hun producten. Dit zagen we vanochtend ook in China, waar de producentenprijzen in april hard zijn gestegen. Op jaarbasis stegen de prijzen met 6,8 procent. Analisten hielden rekening met een stijging van 6,5 procent. Op maandbasis betrof het een plus van 0,9 procent.
Analisten die de Amerikaanse inflatie volgen, voorspellen dat alleen al de hogere benzineprijs tot een fors hogere inflatie heeft geleid. Zij voorzien morgen een inflatiecijfer van 3,6 procent jaar op jaar. Voor de periode maart 2020 – maart 2021 kwam deze nog uit op 2,6 procent. Beleggers worden niet vrolijk van deze stevige toename van de prijzen. Immers, een hogere inflatie zorgt voor hogere rentes en beleggers zijn al jaren verslaafd aan lage rentes. Naast het reguliere inflatiecijfer, de Consumer Price Index (CPI), kijken economen en centrale bankiers (die het besluit moeten nemen om de rente te verhogen indien de inflatie uit de hand loopt) vooral naar de kerninflatie. Dit is de inflatie exclusief de voedsel- en energieprijzen. Hiervan wordt momenteel ingeschat dat deze morgen op 2,3 procent uit zal komen. Dit is in de orde van grootte waar het stelsel van Amerikaanse centrale banken (de Fed) de inflatie wil hebben. Oorspronkelijk streeft de Fed een inflatie na van ongeveer 2 procent. Om dit te realiseren hebben ze de afgelopen jaren erg hun best gedaan om massaal obligaties op te kopen. In theorie leidt dit tot inflatie, maar in de praktijk bleef dit nagenoeg uit. Maar nu krijgen ze het in de schoot geworpen.
Fed-voorzitter Jerome Powell heeft al aangegeven dat een iets hogere inflatie ook welkom is. De Fed zal niet gelijk ingrijpen met een renteverhoging omdat men enerzijds de ontluikende economische groei niet gelijk de nek om wil draaien en anderzijds omdat de Fed verwacht dat de oplopende inflatie slechts tijdelijk van aard zal zijn. Nadat we met zijn allen onze opgespaarde centjes de komende maanden massaal hebben uitgegeven omdat dit weer kan, zullen de grotere trends van digitalisering en vergrijzing weer de overhand krijgen, zo is de verwachting. Bij deze trends hoort een lage inflatie. De reactie op de aandelenmarkten van gisteren en vandaag lijkt dan ook enigszins overdreven en vooral ingegeven door angst. De obligatiehandelaren, die zich minder laten leiden door emoties dan de gemiddelde aandelenbelegger, zien geen echte aanleiding voor de zwakte op de beurzen. Dit is te zien aan de 10-jaarsrente die hierin een belangrijke rol speelt. Deze bleef vannacht in de Verenigde Staten stabiel op 1,6 procent. De Europese variant trok wel aan, maar slechts 4 basispunten tot -0,025 procent. Nog steeds negatief dus.
LafargeHolcim (SIX:HOLN) wordt Holcim
Tot slot nog een bericht van administratieve aard voor onze beleggers. Tijdens de reguliere Algemene Vergadering van LafargeHolcim Ltd van afgelopen 4 mei, hebben de aandeelhouders de door het bestuur voorgestelde naamswijziging goedgekeurd. Het concern heet voortaan Holcim Ltd. Gisteren werd op de Zwitserse effectenbeurs de naamswijziging doorgevoerd. De ISIN is niet gewijzigd en blijft derhalve CH0012214059. De grootste aandeelhouder van Holcim, Groupe Bruxelles Lambert (GBL (BR:GBLB)), heeft in het eerste kwartaal van dit jaar een deel van haar deelneming afgebouwd. Er werden 11,1 miljoen aandelen Holcim verkocht voor een netto opbrengst van 530 miljoen euro. Het belang van GBL in Holcim neemt hierdoor met 1,8 procent af naar 5,77 procent. De reden voor de verkoop is dat GBL haar portefeuille wenste te herschikken. Met het vrij verkregen kapitaal nam GBL een meerderheidsbelang in Canyon, de wereldleider in de onlinedistributie van fietsen in het duurdere segment.