Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) heeft Uber (NYSE:UBER) een forse boete opgelegd voor het doorgeven van persoonlijke gegevens van Europese taxichauffeurs aan de Verenigde Staten. De boete, van 290 miljoen euro (324 miljoen dollar), is opgelegd omdat Uber zich niet heeft gehouden aan de wetgeving van de Europese Unie op het gebied van gegevensbescherming.
De beslissing van de DPA kwam maandag aan het licht en onthulde dat Uber het datalek had beëindigd na het onderzoek van de waakhond. Het onderzoek naar de praktijken van Uber werd gestart nadat Franse taxichauffeurs een klacht hadden ingediend.
Uber, genoteerd aan de New York Stock Exchange onder NYSE:UBER, is in het verleden kritisch bekeken vanwege de manier waarop het met gegevens omgaat. De laatste boete onderstreept de voortdurende uitdagingen waarmee bedrijven worden geconfronteerd op het gebied van gegevensbescherming en de strenge regelgeving die van kracht is binnen de Europese Unie.
De wisselkoers op het moment van de boete was $1 gelijk aan 0,8942 euro. Uber heeft nog niet publiekelijk gereageerd op de boete en heeft ook nog geen plannen om in beroep te gaan. De actie van de DPA tegen Uber is een herinnering aan het belang van het naleven van internationale standaarden voor gegevensbescherming, vooral voor bedrijven die grensoverschrijdend opereren.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.