China's economie staat voor aanzienlijke uitdagingen nu de voorzichtige aanpak van de regering ten aanzien van de aanhoudende vastgoedmarktcrisis de groei en het vertrouwen van investeerders blijft beïnvloeden. Ondanks historisch bewijs dat herstel van grote huizencrises doorgaans krachtige monetaire en fiscale stimulering vereist, heeft Beijing gekozen voor een meer conservatieve, stapsgewijze strategie.
Op vrijdag zag de People's Bank of China (PBOC) af van het verlagen van de benchmarkrentetarieven. Maandag injecteerde de centrale bank echter voor het eerst in enkele maanden geld in het bankensysteem, zij het tegen een lager tarief. Deze zet sluit aan bij de karakterisering van het Institute of International Finance van Beijing's beleidsreactie als "traag, timide en soms zeer vaag", waarbij de agressieve actie ontbreekt die nodig is om de crisis aan te pakken.
De gevolgen van deze gematigde beleidsaanpak worden steeds duidelijker. De verwachting is dat China's economische groei voor 2024 onder het overheidsdoel van 5,0% zal uitkomen, waarbij economen van Morgan Stanley een nominale bbp-groei van slechts 3,9% voorspellen voor dit jaar en volgend jaar. Dit staat in contrast met het huidige geannualiseerde tempo van nominale bbp-groei in de Verenigde Staten, dat rond de 5,5% ligt.
Bovendien presteert de Chinese aandelenmarkt opvallend slecht. Terwijl wereldwijde monetaire versoepeling de aandelenmarkten wereldwijd naar nieuwe hoogten heeft gestuwd, is de Shanghai blue-chip index met 15% gedaald sinds mei en bijna gehalveerd sinds februari 2021, waarbij nieuwe meerjarige dieptepunten worden benaderd.
Deze neergang ging gepaard met een afname van buitenlandse investeringen, waarbij Chinese aandelenfondsen in slechts twee van de afgelopen 13 maanden instroom zagen en de directe buitenlandse investeringsstromen negatief werden.
De vastgoedsector, die op zijn hoogtepunt drie jaar geleden een kwart van China's bbp uitmaakte, heeft een aanzienlijke daling gezien. De investeringen in huisvesting zijn met 30% gedaald, de huizenverkoop is gehalveerd en het aantal nieuwbouwprojecten is met tweederde gekelderd.
Analisten van Jefferies schatten dat Beijing dit jaar minstens 2 biljoen yuan (€285 miljard) moet investeren om de overtollige huizenvoorraad te verminderen door onverkochte woningen om te zetten in sociale huisvesting. Ze schatten verder dat tot 7 biljoen yuan (€1 biljoen) nodig kan zijn om de huizenvoorraad terug te brengen tot gezondere niveaus.
Beijing's terughoudendheid om substantiële stimuleringsmaatregelen te implementeren kan door verschillende factoren worden beïnvloed. Deze omvatten zorgen dat het overspoelen van de markt met liquiditeit het fundamentele overaanbodprobleem niet zou aanpakken, de mogelijkheid dat een verzwakte wisselkoers kapitaalvlucht zou versnellen, en de impact van diepe renteverlagingen op de rentemarge van banken.
Bovendien heeft de terughoudendheid van de PBOC om de rente agressief te verlagen ertoe bijgedragen dat de yuan zijn sterkste niveau in meer dan een jaar heeft bereikt, wat niet bevorderlijk is voor economisch herstel.
Investeerders blijven voorzichtig, waarbij sommigen de hoop uitspreken dat Beijing uiteindelijk beslissende stappen zal nemen om de groei te stimuleren. De huidige aarzeling suggereert echter een angst om Japan's langdurige deflatoire periode te herhalen na het uiteenspatten van de huizenbubbel in 1990, waarvan de huizenprijzen zich nog niet volledig hebben hersteld. Zonder een duidelijk pad naar economisch herstel zou China's voorzichtige houding mogelijk kunnen leiden tot vergelijkbare economische stagnatie op lange termijn.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.