De Verenigde Staten hebben woensdag een nieuwe reeks sancties opgelegd, gericht op 12 personen die geassocieerd worden met mensenrechtenschendingen in Iran. Deze stap komt als reactie op wat het Amerikaanse ministerie van Financiën omschrijft als de "aanhoudende, gewelddadige onderdrukking van het Iraanse volk," waaronder het neerslaan van vreedzame protesten.
De personen die met deze nieuwe sancties worden geconfronteerd, zijn onder andere leden van de Islamic Revolutionary Guard Corps (IRGC), Iraanse gevangenisfunctionarissen en personen die betrokken zijn bij dodelijke operaties buiten Iran. De sancties maken deel uit van de inspanningen van de Amerikaanse regering om degenen die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen ter verantwoording te roepen.
Deze actie van het Amerikaanse ministerie van Financiën valt samen met de tweede verjaardag van de dood van de Koerdisch-Iraanse vrouw Mahsa Amin, die overleed in politiehechtenis. Haar dood is een punt van internationale zorg geweest en heeft de kwestie van mensenrechten in Iran onder de aandacht gebracht.
De sancties zijn bedoeld om de toegang van de getroffen personen tot het Amerikaanse financiële systeem te beperken en eventuele tegoeden die zij onder Amerikaanse jurisdictie hebben te bevriezen. De maatregelen verbieden Amerikanen over het algemeen ook om transacties aan te gaan met de gesanctioneerde personen.
De Amerikaanse regering heeft consequent economische sancties gebruikt als instrument om mensenrechten te bevorderen en repressieve acties van regeringen wereldwijd te ontmoedigen. De meest recente sancties tegen Iraanse individuen onderstrepen de inzet van de VS om haar economische invloed te gebruiken om mensenrechtenschendingen wereldwijd aan te pakken.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.