Europees economisch commissaris Paolo Gentiloni benadrukte dat de Europese Unie een gemeenschappelijk industriebeleid met gezamenlijke financiering moet ontwikkelen om het mondiale concurrentievermogen te verbeteren. In zijn toespraak op donderdag benadrukte Gentiloni het verschil tussen het gefragmenteerde nationale industriebeleid van de EU en de meer gecentraliseerde aanpak van China en de Verenigde Staten.
Gentiloni sprak verslaggevers toe voorafgaand aan een bijeenkomst van de EU-ministers van Financiën en benadrukte het belang van het vaststellen van gezamenlijke industriële doelstellingen en het bespreken van de middelen voor collectieve financiering om deze doelen te bereiken. Hij wees erop dat het de EU momenteel ontbreekt aan een uniform industriebeleid, waardoor ze in een nadelige positie verkeert ten opzichte van haar grootste concurrenten.
Uit een verslag van de Europese Commissie blijkt dat Frankrijk in 2019 ongeveer 0,6% van zijn bbp aan industriële steun heeft besteed, terwijl zowel Duitsland als de VS ongeveer 0,4% van hun bbp investeerden. Deze cijfers staan in contrast met China's investering van 1,7% van het bbp, voornamelijk in productiesubsidies en financiële en landtoegangsprikkels.
Het rapport vermeldde ook dat, vanwege de beperkte EU-fondsen voor een industriebeleid, de huidige strategie bestaat uit het coördineren van nationaal beleid om een verdeelde interne markt te voorkomen. De Commissie suggereerde dat financiering op EU-niveau nuttig zou zijn om industriële waardeketens in alle lidstaten te ondersteunen.
Het gesprek over een samenhangend industriebeleid zal naar verwachting worden voortgezet met de nieuwe Europese Commissie en het Europees Parlement. De nieuwe Commissie begint haar termijn in oktober en het Parlement houdt zijn eerste zitting in juli.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.