In een beweging die een verschuiving in de strategie van de Europese Centrale Bank (ECB) zou kunnen betekenen, hebben verschillende beleidsmakers opgeroepen tot een heroverweging van de agressieve monetaire stimuleringsmaatregelen die al bijna tien jaar van kracht zijn. Deze maatregelen, bedoeld om de lage inflatie te bestrijden, worden nu onder de loep genomen omdat sommige functionarissen denken dat ze eerder schadelijk dan heilzaam zijn geweest.
De discussie, die zich nog in een vroeg stadium bevindt en werd onthuld door zes anonieme ECB-beleidsmakers, richt zich op de mogelijke herziening van een belangrijke clausule in de strategie van de ECB. Deze clausule pleit momenteel voor "bijzonder krachtige of aanhoudende" monetaire maatregelen wanneer de rentetarieven hun ondergrenzen bereiken. Het debat zal naar verwachting worden gevoerd tijdens een lang geplande herziening van de strategie van de ECB, die ergens volgend jaar zal worden afgerond.
Eén beleidsmaker wees op de enorme omvang van de aankopen van activa door de ECB, in totaal ongeveer 5 biljoen euro, waarmee de inflatiedoelstellingen niet werden gehaald zoals gehoopt. Ondanks het einde van deze stimuleringsprogramma's in 2022 en de vermindering van het obligatiebezit sinds 2023, heeft de economie nog steeds te maken met een liquiditeitsoverschot van meer dan 3 biljoen euro. Het kan enkele jaren duren voordat dit overschot is teruggebracht tot een wenselijker niveau.
De effectiviteit van het beleid van kwantitatieve versoepeling (QE) is onlangs opnieuw onderwerp van debat geweest, opnieuw aangewakkerd door opmerkingen van de Bank for International Settlements (BIS). De BIS wees erop dat het langdurig gebruik van dergelijk gemakkelijk monetair beleid afnemende opbrengsten oplevert en kan leiden tot ongewenste gevolgen, zoals verhoogd risicogedrag.
De zes bronnen van de ECB waren het erover eens dat het aankopen van activa een passend antwoord was op crises zoals de pandemie. Er is echter verdeeldheid over het gebruik van QE voor het aanpakken van structurele problemen op de lange termijn, die volgens sommigen moeten worden aangepakt door hervormingen van de overheid in plaats van interventies door de centrale bank.
Het debat gaat ook over de inflatiedoelstelling van de ECB. Hoewel alle zes bronnen het eens zijn over het handhaven van een symmetrische doelstelling rond de 2%, stellen sommigen voor om de verplichting tot een bijzonder intensieve of langdurige reactie op lage inflatie te schrappen. Ze noemden de flexibele inflatiemarge van Zwitserland als een succesvol voorbeeld waar de economie heeft gedijt zonder strikt vast te houden aan een inflatiepercentage van 2%.
De Ierse gouverneur van de centrale bank, Gabriel Makhlouf, leverde ook een bijdrage aan het debat en toonde zich sceptisch over de algemene voordelen van QE, vooral wat betreft de impact op economische gelijkheid en activaprijzen. Hij riep op tot een grondige evaluatie van de nettobijdrage van QE tijdens de komende herziening van de strategie van de ECB.
Ter verdediging van de obligatie-aankopen stelden andere ECB-functionarissen op het Forum on Central Banking in Sintra, Portugal, dat het niet aanpakken van de lage inflatie had kunnen leiden tot onderbenutting van de capaciteit van de economie, wat het toekomstige groeipotentieel zou kunnen schaden.
Naarmate de herziening van de strategie van de ECB vordert, zouden deze discussies kunnen leiden tot belangrijke veranderingen in de manier waarop de centrale bank het monetaire beleid in de toekomst benadert.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.