De inflatiecijfers van China lieten in juni een langzamer dan verwachte stijging van de consumentenprijzen zien en een voortdurende deflatie van de producentenprijzen, wat duidt op een moeizame weg naar economisch herstel. Het Nationaal Bureau voor de Statistiek (NBS) meldde dat de consumentenprijsindex (CPI) met 0,2% was gestegen ten opzichte van een jaar eerder, een vertraging ten opzichte van de stijging van 0,3% in mei en minder dan de stijging van 0,4% die economen hadden voorspeld.
Bovendien daalde de CPI van maand tot maand met 0,2%, wat sterker is dan de daling van 0,1% in mei en afwijkt van de verwachte daling van 0,1%.
De producentenprijsindex (PPI), die de kosten van goederen aan de fabriekspoort meet, gaf ook deflatoire druk aan met een daling van 0,8% in juni op jaarbasis. Dit percentage is echter minder dan de deflatie van de vorige maand, die een daling van 1,4% liet zien, en komt overeen met de voorspelde daling van 0,8%.
De gegevens suggereren dat het economische landschap van China nog steeds voor uitdagingen staat, ondanks de inspanningen van Beijing om het herstel van 's werelds op een na grootste economie te stimuleren. De aanhoudende deflatie van de producentenprijzen en de tragere stijging van de consumentenprijzen kunnen gevolgen hebben voor het economisch beleid en de bedrijfsplanning.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.