De industriële activiteit in de eurozone heeft in september een aanzienlijke daling doorgemaakt, waarbij het tempo van krimp het snelste was van dit jaar, zoals gerapporteerd door S&P Global. De definitieve Purchasing Managers' Index (PMI) voor de industrie in de eurozone daalde in september naar 45,0, iets hoger dan de voorlopige schatting van 44,8, maar nog steeds ruim onder de neutrale grens van 50,0 die groei van krimp onderscheidt.
Duitsland, de economische motor van het blok, is bijzonder hard getroffen en zag de scherpste daling in fabrieksactiviteit in het afgelopen jaar. Deze neergang in de industrie is wijdverspreid in de eurozone, waarbij bedrijven hun prijzen verlagen in een poging de vraag te stimuleren, maar met weinig effect.
De index die de industriële productie meet - een onderdeel van de samengestelde PMI die vaak wordt gezien als een betrouwbare indicator van economische gezondheid - daalde ook naar een 9-maands dieptepunt van 44,9 in september, ten opzichte van 45,8 in augustus. Hoewel dit een lichte verbetering was ten opzichte van de flash-schatting van 44,5, onderstreept het de uitdagingen waarmee de sector wordt geconfronteerd.
Cyrus de la Rubia van Hamburg Commercial Bank reageerde op de situatie: "De industriële productie in de eurozone zal in het derde kwartaal waarschijnlijk met ongeveer 1% dalen in vergelijking met het vorige kwartaal. Met snel dalende inkomende orders kunnen we tegen het einde van het jaar nog een daling in de productie verwachten."
Als verder teken van economische druk daalde de index voor outputprijzen, die de prijzen meet die fabrieken voor hun goederen rekenen, van 51,1 naar 49,2, wat wijst op een terugkeer naar prijsverlagingen door fabrikanten. Dit komt op een moment dat de inflatie naar verwachting is gedaald tot 1,8% vorige maand, volgens officiële gegevens die later vandaag worden verwacht, en daarmee onder de doelstelling van 2,0% van de Europese Centrale Bank (ECB) valt.
De ECB, die de rente dit jaar al twee keer heeft verlaagd, zal naar verwachting de rente in december opnieuw verlagen, volgens een Reuters-peiling. Deze verwachting sluit aan bij de recente daling van de inkoopprijzen in september, een trend die gedeeltelijk werd toegeschreven aan dalende olie- en aardgasprijzen, waardoor de inputkosten voor bedrijven daalden. Deze besparingen werden gedeeltelijk doorberekend aan klanten.
De la Rubia waarschuwde echter voor zelfgenoegzaamheid met betrekking tot de prijsdaling en merkte op: "Deze prijsdalingen zouden van korte duur kunnen zijn. Met de oplopende situatie in het Midden-Oosten is er altijd de kans dat de energieprijzen weer zullen stijgen."
De industriesector van de eurozone staat dus voor een periode van aanzienlijke uitdagingen, waarbij dalende vraag en prijsverlagingsstrategieën er niet in slagen het tij van krimp te keren. De aankomende beslissingen van de ECB en geopolitieke ontwikkelingen zullen nauwlettend worden gevolgd vanwege hun potentiële impact op de industriële productie en de bredere economische gezondheid van de regio.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.