De wereld staat op zijn kop sinds de pandemie. De economie dreigt volledig in te storten. De werkloosheid dreigt razendsnel op te lopen en in de VS nemen raciale spanningen hand over hand toe. En wat doet de beurs, wat doen de koersen van veel aandelen? Die hebben de neiging om steeds verder te stijgen.
De communis opinio is dat de beurs verder kijkt dan de dag van vandaag en daarom nu al rekening houdt met een snel economisch herstel als Covid-19 eenmaal bedwongen is. Het heet ook dat de beurs amoreel is en alleen maar oog heeft voor winst! Daar zal menigeen misprijzend over doen, maar zo is het nu eenmaal.
Dat de markt een scherp oog heeft voor wat de toekomst brengt, zo zeggen insiders, bleek weer eens toen de werkloosheid in de VS tegen alle verwachtingen in zomaar met 2,5 miljoen personen daalde. Die daling rechtvaardigt en verklaart de aanhoudende stijging, zo zeggen ze. Je hoeft dan ook niet aan te komen met een Amerikaanse president die dreigt het leger in te zetten tegen zijn burgers en je hoeft ook niet te wijzen op de aanhoudende problemen rondom de Brexit. Dat alles is irrelevant voor de beurskoers.
Misschien is de redenering van de insiders net iets te gemakkelijk. De werkloosheid in de VS mag dan gedaald zijn, maar is en blijft historisch hoog. Consumentenbestedingen staan overal onder druk en het ziet er naar uit dat het coronavirus nog lang onder ons zal zijn. Kortom, er zijn inderdaad nieuwe groene loten te zien, maar het zijn er maar een paar, te weinig om daar echt over uit je dak te gaan.
Daarenboven, is het niet te eenvoudig om te claimen dat markt en maatschappij nagenoeg los van elkaar functioneren? Zou je de redenering misschien kunnen omdraaien en stellen dat de manier waarop de markt functioneert symptomatisch is voor wat er mis is met de maatschappij? Het coronavirus pakt zeker in de VS zeer nadelig uit voor grote delen van de samenleving, maar amper of niet voor de rijken. Aandelen koersen daalden weliswaar in maart, maar die daling kwam na tien jaren van aanhoudende stijgingen. De werkelijkheid is bovendien dat in de VS de 10% rijksten van de bevolking maar liefst 90% van alle waardepapieren bezitten.
De 10% profiteren zodoende bovenmatig van de koersstijging en juist die bovenmatige stijging bevordert de maatschappelijke ongelijkheid. Volgens Credit Suisse beschikt 11% van de wereldbevolking over 80% van het wereldwijde vermogen en daarmee is er sprake van een overkill aan besparingen. De 11% kunnen onmogelijk al die stapels geld consumptief aanwenden. Al die besparingen stromen nu naar de kapitaalmarkten en met name naar de VS.
Het zou prettig zijn als al dat kapitaal, c.q. al dat vermogen, nuttig werd geïnvesteerd in bijvoorbeeld innovatie. Dat is echter niet of amper het geval om een veelheid van redenen. Het leeuwendeel van de besparingen wordt uitgeleend aan overheden, bedrijven en burgers.
De voortschrijdende opbouw van schulden heeft op den duur een steeds lagere rente tot gevolg. Dat maakt de waarde van toekomstige bedrijfswinsten steeds waardevoller en dat stuwt de koersen weer. Dat maakt de rijken nog rijker en dat is weer de aanzet tot een repeterende cyclus.
Uiteindelijk gaat dit proces de economie schaden. De rijken worden steeds rijker en gaan steeds meer besparen in plaats van te spenderen. De doorsnee burger en belastingbetaler moet steeds meer betalen om de eigen schulden en die van de overheid af te lossen. Zelfs bij de huidige extreem lage rente vloeit er geleidelijk steeds meer vermogen van de minder bevoorrechte naar de zeer bevoorrechte klassen. Uiteindelijk gaan beide processen ten koste van de vraag.
De aldus ontstane ongelijkheid leidt vandaag meer en meer tot politieke spanningen. Die spanningen zijn derhalve allesbehalve irrelevant voor de stijging van de aandelenkoersen. De twee gaan samen. Beleggers moeten zich daarom afvragen of op de lange duur de onvermijdelijke politieke veranderingen hun winsten niet zullen gaan opeisen!
Cor Wijtvliet