De beurzen hebben sinds medio oktober een mooie rally laten zien. Na al dat koersgeweld namen beleggers sinds het begin van de maand december even een adempauze. Dat is ook niet zo verwonderlijk want deze week komen de Fed en de ECB met hun rentebesluit en wordt eveneens het nieuwste Amerikaanse inflatiecijfer gepubliceerd. Vooral dat laatste zal bepalen of de rally weer opnieuw inzet of dat we lager dan nu het jaar uit gaan. Want, als het inflatiecijfer meevalt, krijgt de Fed de ruimte om het tempo en de grootte van de rentestappen daadwerkelijk te verlagen.
De algemene verwachting is dat de grootste stappen ter bestrijding van de inflatie inmiddels zijn genomen Analisten gaan er dan ook vanuit dat de Fed deze week de rente met 50 basispunten verhoogt. Dat zou de markt als een verademing opvatten na vier renteverhogingen van 75 basispunten. Valt het Amerikaanse inflatiecijfer deze week niet mee, dan zou het zo maar kunnen zijn dat er toch nog een rentestap van 75 basispunten volgt. Door de markt wordt die kans op het moment op maar 20 procent ingeschat. Powell heeft immers zelf ook al een voorzet gegeven voor het aanpassen van het tempo van de renteverhogingen.
De inflatie daalt weliswaar, maar is nog veel hoger dan de doelstelling van centrale bankiers. Bovendien moet er wel iets verder gekeken worden dan alleen de zogenaamde headline-inflatie. Dat is het cijfer dat overal wordt gepubliceerd en waaraan zelfs in het 8 uur Journaal aandacht wordt besteed. Kijken we namelijk naar de kerninflatie, dat is het cijfer waar volatiele energieprijzen uit zijn gehaald, dan zien we een ander beeld. Daar is de daling, als daar al sprake van is, veel minder. Dat komt door tweede ronde effecten als hogere lonen en hogere prijzen van alles waarvoor bij de productie fossiele brandstoffen nodig zijn, inclusief koelruimtes en distributie.
Ondertussen kwam de producenteprijsindex in de Verenigde Staten met een groei van 0,3 procent op maandbasis iets hoger uit dan de verwachte 0,2 procent. Op jaarbasis bedroeg de stijging 7,4 procent. Dat de inflatie op een gegeven moment gaat dalen is overigens rekenkundig volstrekt logisch. De procentuele stijging moet immers na verloop van tijd wel afnemen. Bovendien zijn de prijzen van veel grondstoffen gedaald en de opstoppingen in de aanvoerketens afgenomen. Aan de andere kant ligt stagflatie nog steeds op de loer. Inflatie heeft nu eenmaal de neiging om te stijgen als een raket, maar te dalen als een veertje. Daardoor zullen we nog lang last hebben van een hoger dan gemiddelde inflatie terwijl de economische groei wat lager kan uitvallen. Ondertussen daalt de tienjaars rente vanaf het (voorlopige) hoogtepunt stevig. In de Verenigde Staten is er vanaf de top in oktober al bijna een procent vanaf. Dat is nogal wat en tekent een beetje het opportunisme van beleggers dat het allemaal wel mee zal vallen. De korte rente blijft redelijk stabiel.
In Nederland zou het prijsplafond voor energie overigens wel eens averechts kunnen gaan werken. Op korte termijn haalt het weliswaar de (prijs)druk iets van de ketel. Het is levensgevaarlijk om in de huidige energiemarkten zo sterk in te grijpen in de prijsvorming. Een plafond zou óf heel duur voor de staat kunnen uitpakken óf zelfs tot een gastekort kunnen leiden omdat niemand de werkelijke prijs hoeft te betalen en er dus wel op los blijft gebruiken terwijl er niet genoeg kan worden ingekocht. Dat leidt dan weer tot hogere marktprijzen en aangezien het prijsplafond als een tijdelijke maatregel is aangekondigd, kan dat op termijn de inflatie juist weer aanjagen.
Die grootschalige overheidssteun wereldwijd is waarschijnlijk één van de verklaringen waardoord de beurzen dit jaar relatief goed zijn blijven liggen. Daardoor is de economie niet ingestort. Bovendien was er geen echt alternatief voor aandelen en was er geen sprake van paniek, maar van een soort glijdende schaal. Wat betreft de beursgenoteerde ondernemingen zien we dat de meeste van hen nauwelijks last hebben van een mogelijke crisis en ook dit jaar door onder meer pricing power en kostenbesparingen weer gewoon winst hebben gemaakt. De gedaalde koersen komen veelal voor rekening van de gestegen rente, omdat de toekomstige winsten tegen een hogere rente contant moeten worden gemaakt. Geen reden voor paniek.