De productie van de grootste primaire zilvermijn ter wereld is in het eerste kwartaal van 2019 met maar liefst 15% gedaald ten opzichte van een jaar geleden. Tegelijk gooit ook de prijs van het witte metaal nog geen hoge ogen, met een koersprijs van rond de 15 dollar per ounce op het moment van schrijven.
All-In Sustaining Costs van zilver
Er zijn verscheidene oorzaken die ten grondslag liggen aan het in de knel komen van de zilverproductie. Bovenal ziet de mijn in kwestie een afnemende graad van kwaliteit van het erts. De reden waar we bij GoldRepublic op willen inzoomen op de productieprijs. De productie van zilver kent een aantal stappen. Deze stappen worden in bijgevoegde video op een heldere manier weergegeven. Wat duidelijk wordt is dat de productie van zilver een gecompliceerd en kostbaar proces is. De zilverproductie kan dus alleen doorgaan als de markt bereid is om minimaal die productieprijs te betalen. Producenten van zilver spreken bij die productie van zogenaamde “All-In Sustaining Costs” (AISC) die wordt uitgedrukt in dollars per ounce. We kunnen zien dat deze kosten in veel gevallen hoger zijn dan de wereldwijde spotprijs van een ounce zilver.
Consequentie
De consequentie van de lage prijs van zilver is dat de productie niet meer winstgevend is en zelfs geld zal kosten. Het mag duidelijk zijn dat verliesgevend produceren iets is dat geen bedrijf lang volhoudt. Producenten krimpen in, stoppen met exploratie met het gevolg dat de productie zal afnemen of dat mijnen zullen sluiten. En dat betreft juist die mijnen die zich primair op zilver richten. Het grootste deel van de productie komt immers van mijnen die zich op andere metalen richten en zilver als bijproduct leveren.
Conclusie
De conclusie is helder. De druk van een lage prijs zet de productie van zilver uit vooral primaire mijnen onder druk. Met een AISC die boven de koersprijs ligt is het altijd een kwestie van tijd voordat de productie een knauw krijgt en dat zien we nu al in de cijfers. Er is immers al jaren sprake van een onbalans, waarbij de totale vraag rond de 100 - 150 miljoen ounces hoger ligt dan de totale mijnproductie. Met een metaal waarvan ruim 60% in de industrie wordt gebruikt kan men zich afvragen of deze prijzen van lange duur kunnen blijven.