Olieprijzen blijven dalen
De olieprijzen zijn de afgelopen dagen gedaald naar een niveau dat we sinds eind 2021 niet meer gezien hebben. Zelfs de nieuwste storm in het Caribische gebied, de zesde dit jaar en Francine genaamd, kan een daling van de olieprijzen niet tegenhouden. Dinsdagavond ging er ruim 4 procent van de prijs af nadat de OPEC de groeiverwachtingen voor de vraag naar olie voor dit en volgend jaar verder verlaagde. Het was de tweede verlaging in twee maanden tijd. De Amerikaanse WTI daalde tot onder de 66 dollar per vat en de meer Europese Brent tot onder de 70 dollar. Ten opzichte van het prijsniveau begin april is olie nu ruim een vijfde goedkoper. Natuurlijk heeft de huidige olieprijs alles te maken met de problemen in China en de berichten dat het daar niet beter lijkt te worden. China is immers de grootste importeur van ruwe olie. Deze week zei Ben Luckock, hoofd oliehandel bij Trafigura, op een oliecongres in Singapore dat men verwacht dat de olieprijs op aanhoudend lager prijsniveau tussen de 60 en 70 dollar per vat zou blijven bewegen als gevolg van de afkalvende Chinese vraag naar olie. Maar ook de afkoelende Amerikaanse en Europese economie hebben invloed. En wat ook niet hielp was dat de OPEC+ in eerste instantie de eerder afgesproken productietoename vanaf oktober wilde doorzetten. Inmiddels zijn ze daarop teruggekomen en zijn de geplande productieverhogingen uitgesteld in een poging de prijsval een halt toe te roepen. Het hielp de olieprijzen slechts tijdelijk. Citi (NYSE:C) heeft hun verwachte gemiddelde olieprijs voor 2025 al verlaagd naar 60 dollar per vat. Morgan Stanley (NYSE:MS) en Bank of America (NYSE:BAC) gaan nog niet zover, maar hebben hun gemiddelde prijs van 75 dollar per vat in 2025 wel losgelaten. Gisteren en vandaag herstelden de olieprijzen enigszins maar het grote aanbod blijft aanwezig.
Inflatie daalt mee
Aan de pomp in de Verenigde Staten kost een gallon benzine nu 3,25 dollar. Dit is 15 procent minder dan een jaar geleden. Het is koren op de molen voor presidentskandidaat Harris. De dalende energieprijzen hebben de afgelopen twee jaar voor een fors lagere inflatie gezorgd. Maar de huidige lage olieprijzen kunnen de daling van de inflatie ook laten doorslaan. Ze werken namelijk door in de prijzen van allerlei andere producten hetgeen een extra krimp van de prijsstijgingen veroorzaakt. ‘Per saldo denk ik dat een behoorlijke matiging van de inflatie in het verschiet ligt’, stelde Han de Jong, huiseconoom van BNR, afgelopen vrijdag in zijn blog. ‘Je kunt niet uitsluiten dat de inflatie binnen afzienbare tijd tot onder de doelstelling van 2 procent zakt.’ In Duitsland blijkt dit al het geval te zijn, zo bleek afgelopen dinsdag. Daar bleek de inflatie in augustus gedaald te zijn tot 1,9 procent op jaarbasis, tegen 2,3 procent in juli, evenals in Frankrijk. De Nederlandse inflatie lijkt met 3,6 procent in augustus stevig uit de pas te lopen maar dit is slechts schijn. Wanneer we de hogere accijnzen van alcohol & tabak en de geïndexeerde huurverhogingen eruit filteren, blijkt de inflatie ineens ook 1,9 procent te bedragen en komt ook Nederland al onder de doelstelling van de ECB.
Renteverlaging ECB te laat?
De Europese Centrale Bank vergadert vandaag over een renteverlaging van, waarschijnlijk, 25 basispunten naar 3,5 procent. Wanneer u dit leest, is het besluit inmiddels bekend gemaakt. Vooral voor de kwakkelende Europese economie is de verlaging een noodzaak. Dat werd vrijdag nog bevestigd door Eurostat. Het statistiekbureau zag zich gedwongen de groei van 0,3% in het tweede kwartaal neerwaarts bij te stellen tot 0,2%. Voor het verlagen van de inflatie echter, lijken de dalende energieprijzen al te zorgen. De enige doelstelling van de ECB is te zorgen voor een ‘stabiele prijsontwikkeling’. Hiermee lijkt de ECB dus ‘behind te curve’ te zitten en is de verlaging te laat. In Frankfurt zeggen ze echter dat dit niet het geval is. De algemene inflatie mag dan op of onder de doelstelling liggen, dit geldt niet voor de kerninflatie en zeker niet voor de diensteninflatie. De inflatie van dit grootste onderdeel van de Europese economie nam in augustus nog toe van 4 naar 4,2 procent en is daarmee nog duidelijk hoger. En dus is een renteverlaging alsnog welkom.