Vorige week domineerde de angst voor een naderende recessie in de Verenigde Staten het negatieve sentiment op de aandelenbeurzen wereldwijd. Bovendien werd er met verwijtende blikken naar de centrale bank (Fed) gekeken vanwege de afwachtende houding van de monetaire beleidsbepalers. Macro-economische data die inzage geven aan de ontwikkeling van de economie liggen momenteel onder een vergrootglas. Dit gold zeker afgelopen woensdag voor de inflatiecijfers en gisteren werd er dan weer uitgekeken naar de Amerikaanse detailhandelsverkopen.
De detailhandelsverkopen gecorrigeerd voor seizoensinvloeden en zonder rekening te houden met de inflatie steeg in de maand juli met maar liefst 1 procent. Vooraf werd er rekening gehouden met een stijging van 0,3 procent. Exclusief de auto-gerelateerde verkopen stegen de uitgaven met 0,4 procent. Ook dit lag ruim boven de voorspelling van 0,1 procent stijging. De bestedingen in de maand juni werden na de herziening naar beneden bijgesteld van vlak naar 0,2 procent daling. Afgelopen woensdag werd bekend dat de prijzen die consumenten betalen voor goederen en diensten in de maand juli met 0,2 procent zijn gestegen. Negentig procent van deze stijging komt voor rekening van de toegenomen huisvestingskosten.
Stijgende huisvestingskosten raakt slechts een beperkt deel van de Amerikaanse consumenten. De grootste retailer ter wereld, Walmart (NYSE:WMT), kwam gisteren met beter dan verwachte resultaten. De supermarktketen is erin geslaagd om meer welgestelde klanten aan te trekken als gevolg van doorgevoerde prijsdalingen. Op de fors beter dan verwachte detailhandelsverkopen werd door beleggers enthousiast gereageerd. Een zachte landing lijkt derhalve het meest opportuun. De toonaangevende S&P 500 index is inmiddels alweer hersteld van de recente koersdalingen. Gisteren sloot de index maar liefst 1,6 procent hoger. Het blijkt maar weer dat angst een slechte raadgever is.
Geen derde winstwaarschuwing op rij
Gistermiddag rapporteerde Deere & Company (NYSE:DE) de derdekwartaalcijfers van het fiscale boekjaar 2024 eindigend op 28 juli jongstleden. Zowel in het eerste als in het tweede kwartaal van dit boekjaar werden de winstverwachtingen voor het lopende jaar neerwaarts bijgesteld. Voorafgaande aan het boekjaar 2024 mikte Deere nog op een nettowinst van 7,75 tot 8,25 miljard dollar. In het eerste kwartaal werd de winstverwachting bijgesteld naar 7,50 tot 7,75 miljard dollar. Het daaropvolgende kwartaal werd de tweede winstwaarschuwing afgegeven. De winstverwachting nam nog verder af tot 7,0 miljard dollar.
In het afgelopen kwartaal daalde zowel de winst als de omzet ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden. De winst per aandeel duikelde van 10,20 naar 6,29 dollar. Analisten hielden echter rekening met een daling tot 5,68 dollar. De omzet nam met 17 procent af op jaarbasis en kwam uit op 13,2 miljard dollar. Ook deze uitkomst lag boven analistenconsensus (10,9 miljard dollar).
De marktomstandigheden van Deere zijn op z’n zachts gezegd uitdagend. De dalende prijzen van landbouwgewassen en de gestegen financieringskosten drukken de vraag naar landbouwmachines. Het management heeft de tering naar de nering gezet door kostenbesparende maatregelen te nemen en tegelijkertijd prijsverhogingen door te voeren. In de maand juni zijn een aantal niet nader gespecificeerde productiemedewerkers ontslagen en zijn er salarisverlagingen doorgevoerd. De afschrijving van 124 miljoen dollar wordt onder andere toegeschreven aan de reorganisatiekosten. Door deze maatregelen is de winstdaling onder aan de streep minder dan waarop was gerekend. Beleggers haalden opgelucht adem toen de nettowinstverwachtingen voor het lopende boekjaar gelijk bleef op ongeveer 7 miljard dollar en derhalve een derde winstwaarschuwing op rij uitbleef. Het aandeel Deere & Company sloot gisteravond op Wall Street 6,3 procent hoger.