Hoge schulden zijn op termijn allesbehalve een pretje. Op dit moment groeien de schulden in recordtempo. Hoe komen we ervan af, voordat onherstelbare schade is aangericht? Om te beginnen is het goed om vast te stellen, dat de schuldenberg niet de schuld is van het beleid van centrale bankiers. De schuldenberg is het resultaat van een bijna dwangmatige neiging tot sparen in verhouding tot investeringsmogelijkheden. Dat drukte de rente en had eveneens als resultaat dat de vraag veel te veel afhankelijk werd van het maken van schulden.
Wat bedoelen we hiermee? De samenleving en zeker die in de VS kent een steeds grotere ongelijkheid. Dat dwingt beleidsmakers te kiezen tussen een groeiende werkloosheid of immer oplopende schulden. Kijk naar de VS. Ongelijkheid heeft ervoor gezorgd dat de top1% steeds meer kan sparen en dat zulks niet heeft geleid tot meer investeringen. Sterker nog, investeringen hebben de neiging te dalen en dat ondanks een extreem lage rente. Tegenover de besparingen van de top 1% staan de ontsparingen door de 90% daaronder, de minder financieel bedeelden. Sinds 1982 is de afnemende verschuldiging van de top 1% gepareerd door steeds hogere schuldenlast van de eerder genoemde 90%. De rijken krijgen zo een steeds grotere claim op de financieel minder bedeelden. Dat gebeurt direct via hun deposito’s bij de bank, maar ook indirect via hun aandelenbelangen in bedrijven die een claim hebben op hun klanten.
Wat is er zo vervelend aan schuldenopbouw? Het antwoord is dat een economie steeds meer voortgedreven wordt door financiële impulsen en dat verhoogt de kwetsbaarheid. De consument, de geldlener, gaat steeds meer schulden aan. Er komt echter een moment dat de schuld zo groot is, dat hij liever niet meer leent. Dat dwingt tot een steeds lagere rente om vraag en aanbod enigszins in evenwicht te houden. Gebeurt dat niet dan belandt de economie in een recessie of erger.
Dit proces is het zichtbaarst in de VS, omdat daar de wereldwijde vraag en aanbod samenvallen. Het proces geschiedt echter ook in landen als bijvoorbeeld China en Duitsland. China exporteerde tot voor kort zijn besparingen naar de VS, maar heeft nu de neiging die besparingen te gebruiken voor nagenoeg zinloze investeringen binnen de eigen grenzen. Duitsland heeft met zijn besparingen zijn handelspartners binnen en buiten de eurozone de schuld in gejaagd.
Hoe kan dit proces van alsmaar oplopende schulden gestopt worden? Misschien zou het fiscaal minder aantrekkelijk gemaakt moeten worden om zaken met schulden te financieren en zou de nadruk op vermogen moeten komen liggen. Overheden zouden daarin nu het voortouw kunnen nemen. Ze zien zich nu gedwongen grote delen van het bedrijfsleven te ondersteunen. Dat gebeurt nu door leningen, maar dat kan ook door belangen te nemen in bedrijven. Een extreem lage rente kan daarbij een steun zijn!
Dat neemt echter niet weg, dat de macro-economische stabiliteit afhankelijk is van steeds meer schuld. Overheden moeten blijven lenen en op den duur kan dat zelfs tot een faillissement leiden. Dat zal dan ook de rijken kosten, want die zijn de voornaamste schuldeisers van een overheid.
Het kan ook anders. En dat is kiezen voor herverdeling van de inkomsten. Daardoor is een stevige vraag mogelijk en kan er meer geïnvesteerd worden. Dat is geen wild voorstel. In de jaren na WOII is dit beleid met succes doorgevoerd. Daardoor kon de consument consumeren zonder een excessieve schuld op te bouwen en zagen bedrijven hun winsten toenemen. Een voordeel is ook dat de prijzen voor vermogenstitels niet langer kunstmatig hoog blijven. Kortom, de wereld beweegt zich niet op glad ijs met deze radicaal andere aanpak. Het is al bewezen in het verleden.
Cor Wijtvliet
Bron:
Martin Wolf, How to escape the trap of excessive debt? Financial Times, May 5.