Het lange termijn fundament

Deze grafiek zegt alles. Meer hoeft u eigenlijk niet weten...

De onderste blauwe lijn in de grafiek is de Dow Jones, die vanaf een beginstand van pakweg 11.500 op 1 januari 2000 nu is opgeklommen naar 15.240 punten, een stijging van 33%. Zetten we vervolgens de beginstand op 1, koerst de graadmeter van de aandelenmarkt nu op 133%. Beter deden het de 10-jaars leningen van Amerikaans schatkistpapier: deze stegen in dezelfde periode zo’n 50%. Het geld wat in omloop was, het zgn. Currency in Circulation (CinC) steeg in dezelfde periode ruim 90%.

Vanaf 2000 bleef het rendement op de Dow Jones en het Amerikaans schatkistpapier dus achter bij het geld wat in omloop werd gebracht. Kortom, zowel de gewone aandelenmarkt als staatsleningen bleven achter bij de officiële geldontwaarding. Bedenk hierbij wel, dat in werkelijkheid het verschil in rendement tussen de hoeveelheid bijgedrukt geld en de aandelen cq staatsleningen aanmerkelijk groter is, aangezien er beduidend meer geld is bijgedrukt wat echter in de zakken van de banken verdwijnt die het dus (nog) niet in omloop (circulatie) brengen.

Vanaf hetzelfde beginpunt in 2000 staan vervolgens de goudprijs (de paarse grafiek) en de zilverprijs (de lichtblauwe grafiek) geprojecteerd. Ondanks de wilde uitslagen die beide edelmetalen maken op de grafiek is overduidelijk dat de rendementen van beide grondstoffen zowel de Dow Jones als de staatsleningen verre overtreffen. Vanaf medio 2005 hebben zowel goud als zilver zich overtuigend losgemaakt. Ook duidelijk is dat zowel goud als zilver al zo’n twee jaar in zwaar weer verkeren.

De overduidelijke prijsonderdrukking van beide edelmetalen heeft waarschijnlijk twee oorzaken. De eerste is het Westers banksysteem, die goud en zilver zien als hun tegenhanger en er dus alles aan doen om de stijging van beide edelmetalen in de perken te houden en dit het liefst met grote koersuitslagen, door zo nog wat beleggers uit de boom te schudden. Aan de andere kant heb je het Verre Oosten, die beide edelmetalen fors aan het inslaan zijn en dus ook (nog) geen belang hebben bij een forse prijsstijging. Dit alles vanuit de Oosterse filosofie om de vijand zichzelf te laten verslaan.

Met het verstrijken van de tijd raken de Westerse kluizen steeds leger, en die van het Oosten steeds voller. Dit feit zal dan ook het fundament gaan vormen voor de opkomst van het Oosten en de teloorgang van het Westers, ongedekt geldsysteem.