Crises hebben een onbetwistbaar nut. Ze leggen onbarmhartig de zwakke plekken in het systeem bloot. Dat gebeurt ook deze keer en opnieuw is duidelijk, dat het financieel allesbehalve robuust is. Nog steeds is het opbouwen van schuld de manier om de winstgevendheid van bedrijven op te pompen. Vervolgens draait de publieke sector op voor de kosten van deze aanpak.
Deze keer zijn echter niet de banken de boosdoeners, maar vooral de kapitaalmarkten. Volgens het IMF worden die geplaagd door volatiele prijzen voor effecten, oplopende spreads voor leningen en instortende olieprijzen. Daarom weken beleggers massaal uit naar kwaliteit, maar opeens bleek de liquiditeit in brede markten op te drogen. Hierdoor kwamen beleggers met hoge schulden in de problemen. En opnieuw waren het de Opkomende Markten die grote problemen kregen.
Opnieuw blijkt dat schulden uitmonden in kwetsbaarheid. Die schulden zijn sinds de financiële crisis van 2008 alleen maar toegenomen. Vooral in de niet-financiële sectoren steeg de schuldenlast dramatisch. In dezelfde periode steeg ook de schuldenlast van de overheid. Die draaide op voor de kosten van de crisis. Hetzelfde zien we nu opnieuw gebeuren en op een ongekende schaal.
De melodie van zwakheden klinkt ook dit keer vertrouwd in de oren. Asset managers moeten verkopen, bedrijven zijn in nood, evenals een reeks van opkomende markten en zelfs een aantal banken. Zeker buiten de Verenigde Staten laat de mate van kapitalisering van banken te wensen over. Met andere woorden ze zijn niet in staat grote schokken te incasseren. Nieuw is echter dit keer de centrale rol van de kapitaalmarkten bij het verspreiden van de crisis.
Daar zijn de nodige aanwijzingen voor. Zo wijst de Bank for International Settlements op nieuwe ontwikkelingen in de Opkomende Markten. De afgelopen jaren groeide het gebruik van obligaties in lokale valuta’s om de overheidsuitgaven te financieren. Door de crisis daalde de prijs voor die obligaties heel snel, evenals de wisselkoersverhoudingen. Daardoor namen de verliezen van buitenlandse beleggers snel toe, maar de tuimelende wisselkoersen verzwakte ook de solvabiliteit van binnenlandse kredietvragers. Hun schulden zijn vaak in buitenlandse valuta’s uitgedrukt.
Ook de rol van private equity en hedge funds komt weer eens negatief in de schijnwerper. Private equity gebruikt de opbouw van schulden om de opbrengst van hun investeringen te vermeerderen. Dat pakt goed uit in normale tijden. Maar in tijden van economische en financiële stress zorgt deze aanpak voor extra grote problemen bij bedrijven die met die schuldenlast zijn opgezadeld. Het zijn opnieuw overheden en centrale banken die opdraaien voor deze strategie. Gelet op de omvang van hun interventies is hier duidelijk sprake van wat heet ‘moral hazard’. Onverantwoord gedrag wordt beloond en de belastingbetaler betaalt de rekening.
Het laatste voorbeeld maakt opnieuw de ongemakkelijke relatie tussen de financiële sector en de overheid duidelijk. De staat draait steeds opnieuw op voor het falen van die sector. De overheid moet wel om zo nog grotere schade te voorkomen. Na de crisis is het daarom opnieuw tijd om de rekening eens goed op te maken en om te reguleren. Het doel moet zijn, dat in de toekomst private schulden een te groot publiek probleem worden. Dat is echter allesbehalve een gemakkelijke opgaven. Het betekent een vorm van kapitalisme, waarin het gebruik van risicodragend kapitaal tot een minimum beperkt wordt. Dat is onbekend terrein.
Dat er echter iets moet gebeuren is wel duidelijk. De pandemie heeft duidelijk gemaakt dat onze economische-, sociale- en gezondheidssystemen nagenoeg bezwijken onder de bijzondere omstandigheden van de pandemie. Dat vraagt om een kritische analyse van de omstandigheden waardoor het zover heeft kunnen komen. Het financieel bestel moet -opnieuw- onderdeel zijn van de analyse.
Cor Wijtvliet
Bron:
Martin Wolf, Coronavirus lays bare the risks of financial leverage again. Financial Times, April 28
Het CorWijtvlietJournaal wordt u gratis aangeboden. Als ook u van deze nieuwsbrieven geniet, is een financiële tegemoetkoming bijzonder welkom. Voor het bedrag van 25,00 Euro per jaar wordt u donateur van dit Journaal.
Uw, overigens geheel vrijwillige, bijdrage kunt u overmaken naar IBANnr. NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research. Bij voorbaat dank!
Het is prettig als nieuwe donateurs hun e-mailadres vermelden of doorgeven.