Hoewel de officiële berichten over de Amerikaanse economie positief zijn is er nog steeds een groot aantal onheilsprofeten in het alternatieve circuit. De eerder gesignaleerde kloof tussen de cijfers van het officiële “bureau of labour statistics” en die van het onafhankelijke “shadow government statistics” lijkt zich verder te verdiepen. De veelgehoorde kritiek dat het extra geld dat de FED in de omloop brengt slechts de financiële elite, Wallstreet en een aantal financiële producten ten goede komt wordt door de feitelijke gang van zaken in de reële economie van de VS en de ontwikkeling van de Amerikaanse beurzen volgens velen niet gelogenstraft.
Een vergelijking van een tweetal Amerikaanse aandelen indexen, i.c. de Russell 2000 en Standard & Poor 500 is een meerdere opzichten interessant. De Russell 2000 is een breder index dan de S&P 500. In de eerste index zit, meer dan in de tweede, de beurswaardering van kleine en middelgrote Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen verwerkt. De weging van grote bedrijven is in de S&P 500 index bovendien veel zwaarder.
In de grafiek hieronder is een variant op de ontwikkeling van de relatieve sterkte van de indexen gemaakt. Op het startmoment, net voor de Lehman-crisis, zijn beide indexen op 100% gezet. Het vervolg in de grafiek is steeds de procentuele ontwikkeling t.o.v. de startwaarde.
Duidelijk is, dat de Amerikaanse beurs na de val als gevolg van het Lehman debacle een indrukwekkende come-back heeft gemaakt. Beide indexen zitten thans ruim boven het beginniveau van medio 2007.
Opvallend is ook dat de breder Russell 2000 sterker is gestegen dan de S&P500. Wel is duidelijk dat de schommelingen groter zijn en dat de laatste maanden worden gekenmerkt door een toenemende volatiliteit en de vorming van een mogelijk riskante topformatie. Ook de omstandigheid dat de groei op de aandelenbeurzen afkomstig is van een steeds kleiner groep aandelen is een omineus teken. Voor sommige analisten zijn deze ontwikkeling en de afnemenede houdbaarheid van de Amerikaanse schuldenpositie, redenen om rekening te gaan houden met de mogelijkheid van een stevige correctie.
De strategieën van Invest4You, die ook beleggen in kleinere aandelen, opereren al langer uiterst terughoudend op de Amerikaanse aandelenbeurzen.
Van de ontwikkelingen in de Oekraïne heeft de dollar nog niet echt kunnen profiteren. De Euro is zelfs na een (relatief) dieptepunt in 2013, ondanks niet echt optimistische voorspellingen voor de Eurozone, weer wat opgekrabbeld. De aanvallen op de positie van de dollar vanuit Rusland (bestaande en nieuwe olie en gascontracten losgekoppeld van de dollar) en andere Bric-landen alsook de Russische militaire terughoudendheid hebben de onderhandelingen over het TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership) zeker niet versneld.
De Goud prijs, die in vele opzichten als een barometer voor het vertrouwen in het monetaire systeem kan woorden gezien lijkt een fase van consolidatie achter de rug te hebben. Als de voortekenen niet bedriegen dan zou het 1192-niveau een voorlopige bodem kunnen zijn. In hoeverre daarmee de voorspellingen van goudgoeroes (een monetaire ineenstorting en parabolisch stijgende goudprijzen) bewaarheid gaan worden is de vraag, maar dat de monetaire onzekerheden een rol blijven spelen lijkt duidelijk.
De ontwikkeling in Europa verschilt in een aantal opzichten van die in de VS. In de Eurozone heeft men te kampen gehad met onevenwichtigheden in de interne handelsverhoudingen. Enkele zuidelijke Eurolanden kregen te maken met oplopende schulden als gevolg van structurele handelstekorten. Opheffen daarvan door devaluatie van de munteenheid is sinds de invoering van de Euro niet meer mogelijk. De financiering van de schulden leidde, omdat men het financieel laten vallen van de tekortlanden niet als optie zag, tot extra belastingen en bezuinigingen in de landen die economisch de kar zouden hebben moeten trekken.
Ook de monetaire politiek was, door het ontbreken van institutionele prikkels en mogelijkheden, in Europa minder uitbundig stimulerend dan in de VS. Vanuit de Europese commissie werd bovendien, zij het nogal selectief, toegezien op het aanhouden van een eerder overeengekomen begrotingsdiscipline. De gevolgen waren zichtbaar in teruglopende en soms ook negatieve groei en een moeizaam hervinden van de weg naar herstel.
Ondanks de niet gunstige economische omstandigheden hebben de Europese beurzen een redelijk kwartaal achter de rug. Hoewel de Europese beurzen, in tegenstelling tot de Amerikaanse, de niveaus van voor 2008 nog steeds niet hebben gehaald is er tot nu toe wel sprake van een doorgaande opwaartse beweging.
Ter wille van de overzichtelijkheid is een zelfde soort vergelijking gemaakt als voor de Ameri-kaanse beurzen. Een brede (DJ europa 600) en een smallere vooral op grote bedrijven gerichte (DJ eurostoxx 50) index zijn in één grafiek samengebracht. Om de ontwikkeling vergelijkbaar te maken is weer gerekend in procenten.
Duidelijk zichtbaar is dat ook in Europa de bredere index duidelijk beter heeft gepresteerd dan de index van de grote bedrijven. Een zelfde beeld is zichtbaar als small- en midcaps worden vergeleken met largecaps.
In tegenstelling tot de ontwikkeling in de VS is hier bij de bredere index toenemende volatiliteit en/of topvorming niet direct zichtbaar. Het verloop is voor beide indexen, zij het dat het niveau van de prestaties verschilt, vergelijkbaar. Zelfs de vorm van een stijgende wig bij afnemende koersuitslagen is in beide grafieken herkenbaar. Per saldo een wat afwijkend beeld van dat in de VS. Echter ook in Europa geldt dat de groep stijgende aandelen kleiner lijkt te worden.
De Europese strategieën van Invest4You zijn het nieuwe kwartaal terughoudend begonnen.