De oudjes onder ons zullen zich nog wel de vroeg jaren zeventig herinneren. Het was de tijd dat de olieprijs verveelvoudigde en dat joeg weer de prijs van andere commodities de lucht in. Arbeidsmarkten waren krap, de productiviteit daalde en er was sprake van een loon-prijs spiraal. Het gevolg was een wereld waarin de inflatie tot boven 10% steeg bij een lauwe economische groei. Het waren vreselijke jaren voor de financiele markten.
Onder leiding van de Amerikaanse centrale bankier John Volcker werd de inflatie in de jaren tachtig de nek gebroken en sindsdien speelt inflatie amper nog een rol van betekenis. De jaren zeventig van de vorige eeuw komen nooit meer terug, zo luidt de communis opinio sindsdien. Is dit niet al te voorbarig gelet op de bijzondere tijden waarin we leven?
Wat is de huidige stand van zaken? Olieprijzen zijn gekelderd en dat geldt eveneens voor mening andere commodity. De werkloosheid explodeert en dat maakt de kans op een loon-orijsspiraal minimaal op zijn best. De vraag is gering. Consumenten kopen niet omwille van het virus en social distancing. Ze gaan ook niet uiteten of met vakantie. De kans is reeel dat de consument dit gedrag min of meer handhaaft totdat er een veilig vaccin is. Dat kan nog wel een jaar duren.
Dat betekent wel, dat de uitgestelde vraag steeds verder groeit! Als overheden hun werkende bevolking financieel blijft bijstaan, dan kan dat voor een inflatoire spiraal zorgen als die opgekropte vraag eenmaal op de markt belandt.
Met een beetje pech worden de zaadjes voor dat gebeuren nu gezaaid. In de vroege jaren zeventig was inflatie een lokale aangelegenheid. Nationale arbeidsmarkten, nationale regelgeving en relatief gesloten economieen waren toonaangevend. Internationale handel speelde een nog bescheiden rol. Dat beeld is sindsdien op zijn kop gezet door de ontwikkeling van wereldomvattende supply chains. Die vonden hun oorsprong in het Japan van de jaren tachtig met zijn nadruk op just-in-time productie. Dalende transportkosten, technologische vernieuwingen en nieuwe logistieke concepten gaven vleugls aan deze trend. Volgens het IMF was driekwart van de toename van de internationale handel in de jaren 1993 – 2013 op het conto te schrijven van de immer uitdijende supply chains. In de genoemd periode vervijfvoudigde de omvang van de internationale handel.
Die supply chains waren ook een belangrijke bron voor disinflatie. Volgens de Bank for International Settlement zou de inflatie een vol procent hoger zijn uitgevallen zonder deze supply chains. Die zorgen voor een optimalisering van het wereldwijde productieproces. Op dit moment dreigt het proces van globalisering in het ongerede te raken. Globalisering heeft
een nare klank gekregen en dat geldt nog meer voor China, een land waar veel supply chains samenkomen en vertrekken. Steeds meer landen overwegen om te gaan reshoren in plaats van offshoren. Japan heeft zelfs al een enorm budget gereserveerd om productie terug te halen en president Trump is voortduend onaardig tegen Amerikaanse bedrijven met grote Chinese activiteiten.
Dit proces van reshoren is te begrijpen vanuit het oogpunt van nationale veiligheid, maar zal tegelijkertijd wel voor hogere kosten gaan zorgen. Een groeidende anti-China stemming zal de wereldwijde productie steeds verder bemoeilijken. Dat zal vandaag de inflatie niet opjagen, maar wel als de recessie eenmaal geweken is. Dan ziet de wereld er waarschijnlijk gefragmenteerder uit met nieuwe maar minder efficiente en dus duurdere supply chains. Dat zal meer mogelijkheden bieden voor een terugkeer van inflatie.
Stijgende tekorten en oplopende schulden kunnen die terugkeer nog een handje helpen. We gaan er nu nog steeds van uit dat de rente over een langere periode extreem laag zal blijven. Maar wat als gemankeerde supply chains de rente omhoog duwen? In een land als de VS zal de schuldenlast in 2025 waarschijnlijk zijn opgelopen tot 120% van het bruto binnenlands product. Aan het einde van WOII bedroeg de schuldenlast 106%. Toen hielp inflatie een handje om de schuldenlast tussen 1957 – 1957 naar het zeer acceptabele nibveau van 47% terug te dringen. Om dit kunststukje te herhalen zou de inflatie naar 5% moeten stijgen. Op termijn zou dit voor de VS, maar ook voor veel Westerse landen de enige vluchtroute kunnen zijn om de schuldenlast de baas te worden. Het is een oplossing waar aandelen- en obligatiemarkten waarschijnlijk een hartstilstand van krijgen.
Cor Wijtvliet