- Duidelijke aanwijzingen over beëindiging obligatie-aankoopprogramma
- Optimisme over herstel eurozone
- Mogelijke inzage in juli-update over toekomstige beleid
Vorige week woensdag liet chef-econoom Peter Praet van de Europese Centrale Bank weten dat de "onderliggende kracht" van de eurozone hem het vertrouwen gaf dat de inflatie zich beweegt in de richting van de doelstelling van de ECB. Zijn opmerking heeft de verwachtingen doen opleven voor een verschuiving komende donderdag in het toekomstige beleid van de ECB. Praet voegde eraan toe dat de ambtenaren in de vergadering van deze week zullen overwegen om de obligatieaankopen van later dit jaar te beëindigen.
Deze opmerkingen onderstrepen de overtuiging van de beleidsmakers dat de recente malaise in de eurozone tijdelijk is en niet het begin van een bredere trend. De vooruitzichten van de ECB - die aan het einde van de tweedaagse zitting van de Raad van Bestuur in Riga, Letland, zullen worden vrijgegeven - omvatten de algemene verwachtingen van de centrale bank voor het programma voor de aankoop van activa, bekend als kwantitatieve versoepeling, evenals de rentetarieven.
Volgens Carsten Brzeski, hoofdeconoom bij ING (AS:INGA) Duitsland, geven die opmerkingen aan dat de beleidsbijeenkomst van deze week een "spannende" vergadering zou kunnen worden. Hij karakteriseert de uitlatingen van Praet zelfs als "opmerkelijk."
"De Raad van Bestuur zal moeten beoordelen of de vooruitgang tot nu toe voldoende is om een geleidelijke afwikkeling van de aankopen te rechtvaardigen," zei Praet. Hij benadrukte dat het een kwestie van "beoordeling" zal zijn.
Die opmerkingen werden herhaald door Jens Weidmann, president van de Duitse Bundesbank en lid van de Raad van Bestuur van de ECB. Hij zei dat de verwachtingen in de markt, dat de ECB tegen het eind van dit jaar haar enorme programma voor het kopen van obligaties zou stopzetten, 'aannemelijk' te noemen waren.
De inflatie in de eurozone steeg in mei naar 1,9%, dicht bij de doelstelling van de ECB, toen de energieprijzen stegen, maar de kerninflatie, die de volatiele voedsel- en energieprijzen buiten beschouwing laat, steeg slechts 1,1%. Hoewel de ECB geneigd is om voorbij de schommelingen in de olieprijs te kijken, ondersteunt de toename van de totale inflatie, zelfs wanneer die het gevolg zouden zijn van hogere energiekosten, nog steeds het betoog voor het terugschroeven van de stimuleringsmaatregelen.
Tijdens de vergadering van de ECB op donderdag zullen ook de laatste voorspellingen van de centrale bank over economische groei en inflatie gepubliceerd worden, maar een beslissing om het obligatie-inkoopprogramma af te bouwen komt waarschijnlijk pas op de vergadering in juli, aldus Brzeski.
"Duidelijke aanwijzingen voor het beëindigen van de kwantitatieve versoepeling, onder behoud van volledige flexibiliteit ... dat lijkt nog steeds de meest waarschijnlijke uitkomst," zei Brzeski. "Vervolgens zou de vergadering van juli een lager tempo kunnen aankondigen van de kwantitatieve versoepeling over de tweede helft van dit jaar. En tenslotte, indien de onderliggende inflatie in de tweede helft van het jaar daadwerkelijk omhoog kruipt, dan kan de kwantitatieve versoepeling worden beëindigd in december," voegde hij eraan toe.
In een notitie voor beleggers zeiden analisten bij Barclays (NYSE:BCS) eveneens dat de beslissing over het einde van de kwantitatieve versoepeling hoogstwaarschijnlijk zal komen tijdens de vergadering in juli.
Terwijl analisten en beleggers bijna unaniem van mening zijn dat de ECB de obligatieaankopen eind december na een korte afbouwperiode zal beëindigen, zijn de voorspellingen over de eerste renteverhoging van de bank minder eenduidig. Deze voorspellingen verschoven nadat agressieve ECB-commentaren het idee hadden versterkt dat de normalisering van het monetaire beleid op schema ligt.
De markten hebben de mogelijkheid van een ECB-renteverhoging tot aan juni 2019 bijna volledig ingeprijsd. Daarnaast is de kans dat de ECB de rente tegen juli 2019 zal verhogen inmiddels gestegen tot ongeveer 70%. Dat is een significante toename ten opzichte van de inschattingen aan het begin van vorige week, toen ze ongeveer 50% waren.
De euro is herstellende van de politieke onrust die de munt eind mei naar elf-maandelijkse dieptepunten had gezonden. Hij werd woensdagochtend, in afwachting van de komende beleidsverandering, op $1,1744 verhandeld.
De nogal gematigde reactie van de euro duidt waarschijnlijk op een combinatie van drie factoren. Ten eerste is er de bezorgdheid van beleggers over de spanningen in de internationale handel; ten tweede de politieke onrust in Italië die vorige maand opnieuw tot marktturbulentie leidde; en ten derde is er een nieuwe portie onzekerheid over de gevolgen van de Brexit.
Barclays-analisten zijn er 'sterk van overtuigd' dat de ECB het monetaire beleid niet zal wijzigen. De reden daarvoor, denken zij, is de volatiliteit die de afgelopen weken ontstond door het toegenomen politieke risico in Italië.
"Ook al lijkt er een algemene consensus te bestaan over het beëindigen van de kwantitatieve versoepeling," zegt Brzeski, "er zitten nog steeds addertjes onder het gras."