Nu de COP29 VN-klimaattop op 11 november in Bakoe, Azerbeidzjan, van start gaat, bereiden bijna 200 landen zich voor om deel te nemen aan cruciale discussies gericht op het aanpakken van klimaatverandering. Belangrijke spelers en onderhandelingsblokken zullen een doorslaggevende rol spelen bij het vormgeven van de resultaten van deze mondiale milieuconferentie.
China, 's werelds grootste uitstoter van broeikasgassen, verantwoordelijk voor ongeveer 30% van de jaarlijkse koolstofemissies, stuurt een nieuwe klimaatveranderingsdiplomaat naar de top. De emissies van het land hebben mogelijk hun piek bereikt door recente uitbreidingen in hernieuwbare energie, een ontwikkeling opgemerkt door het Centre for Research on Energy and Clean Air. Ondanks dat het de op één na grootste economie is, handhaaft China zijn status als ontwikkelingsland in VN-klimaatonderhandelingen en heeft het weerstand geboden tegen oproepen om bij te dragen aan klimaatfinanciering voor andere ontwikkelingslanden.
De Verenigde Staten, de op één na grootste uitstoter en de grootste historische uitstoter, benaderen COP29 te midden van een politieke overgang, waarbij president-elect Donald Trump in 2025 aantreedt. De huidige Amerikaanse delegatie, geleid door John Podesta, senior adviseur van het Witte Huis, vertegenwoordigt de vertrekkende Biden-administratie.
Trumps verkiezingsoverwinning heeft twijfels doen rijzen over de mogelijkheid van een sterk nieuw mondiaal financieringsdoel, aangezien hij eerder zijn intenties heeft geuit om zich terug te trekken uit het Akkoord van Parijs van 2015 en groene energie-initiatieven heeft bekritiseerd. Desondanks heeft de Biden-administratie honderden miljarden dollars toegewezen voor klimaatveranderingsmitigatie en -aanpassing via de Inflation Reduction Act.
De Europese Unie, een belangrijke bijdrager aan mondiale klimaatfinanciering, heeft nog geen standpunt ingenomen over enkele van de omstreden kwesties op COP29, waaronder de omvang van het nieuwe klimaatfinancieringsdoel. De EU heeft China en andere snel ontwikkelende economieën opgeroepen om bij te dragen aan klimaatfinanciering. In 2023 hebben de EU en haar lidstaten €28,6 miljard ($30,8 miljard) uit publieke bronnen voor dit doel verstrekt.
De Labour-regering van het Verenigd Koninkrijk, die in juli aantrad, zal haar klimaatleiderschap benadrukken op de top. Groot-Brittannië is van plan zijn emissiereductietoezeggingen voor 2035 te presenteren op de top in Bakoe, vóór de deadline van februari.
De troika, bestaande uit de gastlanden van COP28, COP29 en COP30, hebben economieën die diep verweven zijn met fossiele brandstoffen. Dit omvat de Verenigde Arabische Emiraten en Brazilië, beide behorend tot de top tien olieproducenten wereldwijd, en Azerbeidzjan, dat zijn aardgasindustrie promoot.
De 'BASIC'-landen, bestaande uit Brazilië, Zuid-Afrika, India en China, benadrukken de noodzaak van verhoogde klimaatfinanciering en pleiten voor het principe van "gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden".
Andere onderhandelingsblokken zijn onder meer de G77 + China, de African Group of Negotiators, de Alliance of Small Island States (AOSIS) en de Least Developed Country Group. Deze groepen streven naar meer klimaatfinanciering, implementatie van koolstofmarktregels en verhoogde inspanningen om fossiele brandstoffen uit te faseren. Afrikaanse landen zijn in het bijzonder bezorgd over de locatie van het technische assistentieorgaan van het verlies- en schadefonds in Genève in plaats van Nairobi, terwijl het hoofdkantoor in de Filipijnen zal zijn.
De High Ambition Coalition, geleid door de Marshall Islands, blijft pleiten voor strenge emissiereductiedoelstellingen en -beleid. Nu deze diverse groepen samenkomen in Bakoe, zal de dynamiek van hun onderhandelingen cruciaal zijn voor het vormgeven van de toekomst van mondiale klimaatactie.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.