NEW YORK (AFN) - De aandelenbeurzen in New York stonden dinsdag halverwege de sessie op winst. Daarmee ligt Wall Street op koers voor de derde positieve handelsdag op rij. Bemoedigende berichten over de handelsgesprekken tussen de Verenigde Staten en China stuwden het sentiment. Verder blijft de shutdown van de Amerikaanse overheid de gemoederen bezighouden.
De Dow-Jonesindex stond omstreeks 19.30 uur (Nederlandse tijd) 0,8 procent hoger op 23.707 punten. De S&P 500 klom 0,5 procent tot 2563 punten en de technologiebeurs Nasdaq won 0,7 procent tot 6870 punten.
Een Amerikaanse delegatie voert in China overleg over de in december gemaakte afspraken tussen de presidenten Donald Trump en Xi Jinping. De twee leiders spraken op de G20-top in Argentinië af om negentig dagen geen nieuwe importheffingen op te leggen, met als doel binnen die periode een handelsdeal te bereiken. Trump meldde dat de onderhandelingen erg goed lopen. Woensdag wordt verder gepraat.
Tesla (NASDAQ:TSLA)
Automaker Tesla verloor 0,2 procent. Larry Ellison, medeoprichter van softwareconcern Oracle (NYSE:ORCL), heeft een belang van 1 miljard dollar in de maker van elektrische auto's genomen. Ellison is een goede vriend van Tesla-topman Elon Musk en sinds december bestuurslid van het bedrijf.
Boeing (NYSE:BA) won 3,3 procent. De vliegtuigmaker wist vorig jaar een recordaantal van ruim 800 nieuwe toestellen te leveren. Daarmee hebben de Amerikanen het naar verluidt beter gedaan dan de Europese rivaal Airbus (PA:AIR).
PG&E
Verder stond elektriciteitsbedrijf PG&E, wiens apparatuur mogelijk de bosbranden eind vorig jaar in Californië veroorzaakten, weer eens in de schijnwerpers. Kredietbeoordelaar S&P plakte het stempel junk op de onderneming. Het aandeel PG&E verloor 11 procent.
Mattel (NASDAQ:MAT) won bijna 5 procent. De speelgoedmaker sloot een overeenkomst met WarnerBros over een Barbie-bioscoopfilm. Eerder werd al bekend dat het bedrijf poppen gaat vervaardigden die zijn gebaseerd op de populaire Koreaanse boyband BTS.
De euro noteerde op 1,1448 dollar, tegen 1,1446 dollar bij het Europese beursslot. De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 1,9 procent tot 49,44 dollar. Brentolie kostte 1,7 procent meer tot 58,29 dollar per vat.