NEW YORK (AFN) - De aandelenbeurzen in New York zijn donderdag met verliezen de handel uitgegaan. Het sentiment werd gedrukt door tegenvallende cijfers van industriële producenten. Die wakkerden zorgen aan over de stijgende kosten en de impact van de importtarieven. Beleggers kauwden ook na op de Fed-notulen waarin stond dat renteverhogingen op termijn mogelijk hoger uitvallen dan aanvankelijk gedacht.
De leidende Dow-Jonesindex sloot met een verlies van 1,3 procent op 25.379,45 punten. De brede S&P 500 verloor 1,4 procent tot 2768,78 punten en technologiegraadmeter Nasdaq zakte 2,1 procent tot 7485,14 punten.
Grote industriële concerns als Caterpillar (NYSE:CAT) en 3M verloren tot 3,9 procent. Dit na minder dan verwachte resultaten van kleinere branchegenoten zoals Trexton, maker van de Cessna-vliegtuigen, en gereedschapsmaker Snap-on.
Khashoggi
Verder stonden defensieconcerns onder druk na het bericht dat ook de Amerikaanse minister van Financiën Steven Mnuchin niet zal afreizen naar een investeerdersconferentie in Saudi-Arabië later deze maand vanwege de verdwijning van journalist Jamal Khashoggi. Mogelijk zit dat toekomstige wapendeals in de weg. Bedrijven als Lockheed Martin (NYSE:LMT) en Raytheon (NYSE:RTN) sloten in de min.
Philip Morris (NYSE:PM) wist met zijn kwartaalcijfers positief te verrassen. De tabaksproducent won 3,5 procent. Gamesmaker Activision Blizzard verloor dik 8 procent. Vermoedelijk joegen dat tegenvallende verkopen van de onlangs gelanceerde game Call of Duty: Black Ops 4, beleggers schrik aan.
Rechtzaak
Amazon (NASDAQ:AMZN) (min 3,3 procent) ligt onder een vergrootglas na een aanklacht van eBay (NASDAQ:EBAY). Die veilingsite beticht de webwinkelreus ervan op illegale wijze verkopers te hebben geworven, onder meer door het mailsysteem van eBay te gebruiken. Techreus Apple (NASDAQ:AAPL), dat op 30 oktober nieuwe producten zal onthullen, verloor 2,3 procent.
Bandenmakers als Cooper en Goodyear verloren tot 4,8 procent na een tegenvallend handelsbericht van de Franse branchegenoot Michelin.
De euro was 1,1458 dollar waard, tegen 1,1505 dollar bij het Europese slot. Een vat Amerikaanse olie zakte 1,5 procent in prijs tot 68,74 dollar. Brentolie kostte 0,9 procent minder op 79,34 dollar per vat.