NEW YORK (AFN) - De aandelenbeurzen in New York hebben vrijdag een flinke winst geboekt. Wall Street reageerde wel vrij lauw op een een akkoord voor tijdelijke financiering van de Amerikaanse overheid. Daarmee komt een einde aan de shutdown in de Verenigde Staten. Ook verwerkten beleggers onder meer een tegenvallend kwartaalbericht van chipgigant Intel (NASDAQ:INTC).
De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot 0,8 procent in de plus op 24.737,20 punten. De brede S&P 500 kreeg er 0,9 procent bij tot 2664,76 punten en techbeurs Nasdaq steeg 1,3 procent op 7164,86 punten.
Trump maakte bekend dat hij een deal heeft gesloten over de overheidsfinanciën voor de komende drie weken. Een deel van de overheidsdiensten bleef ruim een maand dicht, door een conflict over de begroting. Overigens is er geen geld vrijgemaakt voor de door Trump gewilde grensmuur.
Intel
De resultaten van zwaargewicht Intel over de laatste maanden van vorig jaar vielen tegen en ook de verwachtingen voor het lopende kwartaal van de chipgigant waren voorzichtig. Het aandeel verloor 5,5 procent. Topman Bob Swan denkt overigens wel dat de onderneming in staat moet zijn om in heel 2019, net als in 2018, recordresultaten neer te zetten.
Colgate-Palmolive (NYSE:CL) rekent voor dit jaar op een winstdaling, mede vanwege hogere grondstofprijzen. Het aandeel ging 0,6 procent omlaag. Starbucks (NASDAQ:SBUX) heeft in China de weg naar boven duidelijk teruggevonden. Daar stegen de vergelijkbare verkopen opnieuw. Starbucks werd 3,6 procent hoger gezet.
Wabtec
General Electric (NYSE:GE) maakte bekend een groter aandeel in Wabtec te krijgen als dat bedrijf zijn treinentak overneemt. GE krijgt nu bijna een kwart van Wabtec, waar eerder gerekend werd op een belang van ongeveer 10 procent. Het aandeel GE steeg 4,3 procent.
Creditcardconcern Mastercard (NYSE:MA) (plus 1,6 procent) lijft verder de Britse betalingsdienstverlener Earthport in voor 233 miljoen pond, omgerekend ruim 269 miljoen euro. Ook branchegenoot Visa (NYSE:V) (plus 0,7 procent) was in de race om Earthport over te nemen.
De euro noteerde op 1,1415 dollar, tegen 1,1407 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie werd 0,9 procent duurder op 53,59 dollar. Brentolie kostte 0,7 procent meer op 61,53 dollar per vat.