Het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft maandag eerdere uitspraken van rechtbanken met betrekking tot wetten in Florida en Texas die probeerden te reguleren hoe sociale mediaplatforms inhoud modereren, nietig verklaard. Het Hooggerechtshof heeft lagere rechtbanken opgedragen hun uitspraken over deze wetten, die oorspronkelijk in 2021 werden aangenomen, opnieuw te beoordelen.
De wetten in kwestie waren gericht op het beperken van het vermogen van sociale mediabedrijven om inhoud op hun platforms te beheren, met name inhoud die de bedrijven verwerpelijk vinden. Deze maatregelen werden aangevochten door NetChoice en de Computer & Communications Industry Association (CCIA), die grote techbedrijven vertegenwoordigen, waaronder Meta Platforms (NASDAQ:META), Alphabet (NASDAQ:GOOGL), TikTok en Snap.
De juridische strijd is verdeeld onder lagere rechtbanken, waarbij sommige bepalingen van de wet in Florida werden geblokkeerd, terwijl de wet in Texas werd gehandhaafd. Geen van beide wetten is geïmplementeerd vanwege lopende rechtszaken.
Centraal in het debat staat de vraag of het Eerste Amendement, dat overheidsbemoeienis met meningsuiting beperkt, ook van toepassing is op de redactionele vrijheid van sociale mediaplatforms. Deze platforms beweren dat hun vermogen om inhoud te modereren essentieel is om de verspreiding van spam, pesten, haatzaaiende taal en extremisme te voorkomen.
De beslissing van het Hooggerechtshof om de uitspraken van de lagere rechtbanken te vernietigen komt aan het einde van zijn termijn, die in oktober begon. Dit is niet de eerste keer dat het hof zich bezighoudt met digitale vrijheid van meningsuiting tijdens deze zittingsperiode. Op 15 maart oordeelde het Hof dat overheidsfunctionarissen soms aangeklaagd kunnen worden voor het blokkeren van critici op sociale media. Daarnaast weigerde de rechtbank op 26 juni om de interacties van de regering Biden met sociale mediabedrijven te beperken als het gaat om het verwijderen van berichten die als desinformatie zijn bestempeld.
Met name de Texaanse wet verbiedt grote sociale mediaplatforms om gebruikers te "censureren" op basis van standpunten en staat rechtszaken toe om deze regel af te dwingen. De wet in Florida is bedoeld om platforms te verbieden politieke kandidaten of journalistieke entiteiten te censureren.
De actie van het Hooggerechtshof volgt op de grotendeels ongunstige uitspraak van het 11e U.S. Circuit Court of Appeals over de wet van Florida en de beslissing van het 5e U.S. Circuit Court of Appeals om de Texaanse wet te handhaven. Eerder had het Hooggerechtshof de Texaanse wet al geblokkeerd in een eerder stadium van het juridische proces.
Het debat over social media moderatie en vrije meningsuiting is een controversieel onderwerp, vooral in conservatieve kringen. Een voorbeeld dat vaak wordt aangehaald door critici van "Big Tech" is de opschorting van het Twitter-account van toenmalig president Donald Trump na de aanslag op het Amerikaanse Capitool op 6 januari 2021. Het account van Trump is sindsdien weer in gebruik genomen door de nieuwe eigenaar van het platform, Elon Musk. Trump is momenteel een Republikeinse kandidaat in de komende Amerikaanse verkiezingen op 5 november, waar hij zittend president Joe Biden zal uitdagen.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.