In een beweging die aansluit bij mondiale monetaire beleidstrends, heeft de Amerikaanse Federal Reserve een substantiële renteverlaging van een half procentpunt doorgevoerd. Deze beslissing markeert de toetreding van de Fed tot de wereldwijde renteverlagingscyclus, waarbij nu zeven van de tien belangrijkste centrale banken in ontwikkelde markten zijn betrokken. Japan blijft een opvallende uitzondering, met een verhoging van de rente vanaf historisch lage niveaus.
De Swiss National Bank (SNB) loopt voorop in deze trend, met twee renteverlagingen sinds maart, waarbij de laatste verlaging de rente naar 1,25% bracht. Met een Zwitserse jaarinflatie van 1,1% in augustus, wordt verwacht dat de SNB op 26 september nog een renteverlaging zal aankondigen, waarbij de geldmarkten een kans van 30% voorspellen op een verlaging van 50 basispunten. Thomas Jordan, de vertrekkende voorzitter van de SNB, heeft aangegeven dat een sterke Zwitserse frank de exportactiviteiten zou kunnen belemmeren.
In Canada wordt verwacht dat de Bank of Canada in oktober haar vierde opeenvolgende renteverlaging zal doorvoeren, waarbij een verlaging van 25 basispunten al volledig is ingeprijsd door de markten, die ook een kans van 60% toekennen aan een grotere verlaging van 50 basispunten.
Dit volgt op een daling van de jaarinflatie naar 2% en een stijging van de werkloosheid naar 6,6%, naast de zorgen van de Bank dat de inflatie onder het streefniveau zou kunnen dalen.
De Zweedse Riksbank is van plan haar renteverlagingsstrategie voort te zetten met nog een verlaging van 25 basispunten op 25 september. Na een reeks verhogingen die de inflatie hebben beteugeld maar de economie hebben verzwakt, staat de Zweedse rente nu op 3,5%, terwijl de inflatie onder het 2%-doel van de Riksbank blijft.
De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagde de rente opnieuw op 12 september, aangezien de economie van de eurozone tekenen van worsteling vertoonde en de inflatie vertraagde. Beleggers verwachten ongeveer 40 basispunten extra versoepeling tegen het einde van het jaar, met een kans van 30% op een verlaging van 25 basispunten in oktober.
De Bank of England (BoE) heeft vandaag echter haar belangrijkste rentetarief op 5% gehandhaafd, na het in augustus te hebben verlaagd vanaf een 16-jarig hoogtepunt van 5,25%. Met een aanhoudende inflatie in de dienstensector in Groot-Brittannië, is de BoE voorbereid om de rente geleidelijker te verlagen dan de VS of de eurozone, waarbij de markten ongeveer 40 basispunten aan verlagingen tegen het einde van het jaar inprijzen en een kans van 65% op een verlaging van een kwart procentpunt in november.
In de VS was de aanzienlijke verlaging van 50 basispunten door de Federal Reserve op woensdag de eerste in meer dan vier jaar, en de geldmarkten verwachten nu ongeveer 70 basispunten extra versoepeling tegen het einde van het jaar, wat wijst op de waarschijnlijkheid van nog een grote verlaging.
Van de Reserve Bank van Nieuw-Zeeland, die de rente in augustus verlaagde naar 5,25%, een jaar eerder dan haar eigen prognoses, wordt verwacht dat ze de rente in oktober met nog eens een kwart procentpunt zal verlagen.
De Noorse centrale bank daarentegen hield haar beleidsrente vandaag op 4,50% en stelde mogelijke verlagingen uit tot het eerste kwartaal van 2025, een zet die de Noorse kroon heeft versterkt. Ondanks dit prijzen de markten een kans van 70% in op een renteverlaging in december.
De Reserve Bank of Australia blijft standvastig en heeft haar rentetarief sinds vorig jaar november op 4,35% gehandhaafd, waarbij geen verlagingen worden verwacht tot ten minste december.
Ten slotte wordt verwacht dat de Bank of Japan, die de leenkosten in juli verhoogde naar 0,25% te midden van stijgende inflatie, de rente op vrijdag zal handhaven en onder de 0,5% zal houden tot ten minste oktober 2025, terwijl ze probeert binnenlandse industrieën te beschermen tegen marktverstoringen.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.
Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.