In een verrassende wending daalden de Amerikaanse producentenprijzen in mei, voornamelijk onder invloed van een daling van de energiekosten. Deze ontwikkeling duidt op een afkoeling van de inflatie, die in het eerste kwartaal van het jaar was opgelopen.
De producentenprijsindex (PPI) voor de finale vraag daalde in mei met 0,2% na een stijging van 0,5% in april, zoals het Bureau of Labor Statistics van het Labor Department donderdag meldde. Deze daling stond in contrast met de voorspellingen van economen die een lichte stijging van de PPI met 0,1% hadden verwacht.
In de 12 maanden voorafgaand aan mei steeg de PPI met 2,2%, een lichte daling ten opzichte van de 2,3% jaarlijkse stijging in april. Deze gegevens volgen op woensdag gepubliceerde cijfers van de overheid waaruit blijkt dat de consumentenprijzen in mei vlak zijn gebleven, voor het eerst in bijna twee jaar.
Deze stagnatie van de consumentenprijzen heeft de speculatie op de financiële markten aangewakkerd dat de Federal Reserve al in september zou kunnen beginnen met het verlagen van de rentetarieven.
De Federal Reserve handhaafde haar rente tussen 5,25% en 5,50%, een bandbreedte die al sinds juli vorig jaar van kracht is. Sinds maart 2022 heeft de Fed haar beleidsrente in totaal met 525 basispunten verhoogd in een poging om de inflatie te bestrijden.
Ondanks de recente gegevens hebben Fed-functionarissen woensdag de tijdlijn voor mogelijke renteverlagingen uitgesteld, mogelijk tot december, waarbij de prognoses wijzen op slechts één verlaging van een kwart procentpunt voor de rest van het jaar. Toch blijven economen positief en verwachten sommigen nog steeds dat de Fed de leenkosten vanaf september twee keer zal verlagen.
Reuters heeft bijgedragen aan dit artikel.Dit artikel is vertaald met behulp van kunstmatige intelligentie. Raadpleeg voor meer informatie onze gebruiksvoorwaarden.