Vanochtend verscheen het bericht dat de Japanse aandelenbeurs, terwijl wij lagen te slapen, opnieuw hoger is gesloten. De aanleiding hiervoor was een daling van de Japanse yen en koerswinsten onder de bedrijven uit, vooral, de financiële sector. Er was gedurende de dag onder de beleggers uit het land van de reizende zon wel enige aarzeling nadat de Amerikaanse president Donald Trump zijn twijfel uitsprak over het succes van de handelsonderhandelingen met China.
Toch bereikte de Nikkei met 22930.35 punten, in de achtste weekwinst op rij, het hoogste niveau in meer dan drie maanden. Een sterker dan verwachte daling van de Japanse machineorders in maart en, afgelopen woensdag, een tegenvallend kwartaal BBP van -0,2% had weinig impact op de handel. (Bron: nl.investing.com economische kalender).
Terwijl de volatiliteit, gemeten door de Average True Range (ATR20) indicator, geleidelijk afneemt, stijgt de prijs op de grafiek nog steeds. Men noemt dit in de technische analyse divergentie. Dit impliceert vaak een ommekeer in de trend.
Hierin tegen is de bovengrens van Fase I en 50% ‘retracement level’, op 25 april doorbroken en er heeft een re-test door een dubbele Pinbar op 3 en 4 mei plaatsgevonden. De 200 Moving Average lijn loopt licht stijgend door de fase. Allemaal bevestigingen dat de prijs zich in een uptrend bevindt.
Verder terugkijkend waar de prijs vandaan komt, zullen ‘Trendfollowers’ de laatste fase waarschijnlijk interpreteren als een ‘pullback’ en de uitbraak als een mogelijkheid om hun positie verder uit te bouwen.
De eerste weerstand waar de prijs nu nog doorheen moet drukken is die van de 23000 punten. Zonder verdere tegenvallers zie ik onder de invloed van de ‘Abenomics’, de prijs nog wel even doorstijgen.