Het duurt nog maar enkele dagen eer we zullen weten of de Europeanen en de Britten tot een Brexit-akkoord gaan komen. Een no-deal zou aan beide kanten van het Kanaal rampzalig zijn, maar toch vooral voor het Verenigd Koninkrijk. Geen deal terwijl de pandemie nog steeds de scepter zwaait. Hun lockdownsysteem met drie niveaus is gecontesteerd. Het ontslag van de belangrijkste raadgever van de premier. De Chancellor of the Exchequer (minister van Financiën, nvdr) staat onder druk. Schotland wil een nieuw onafhankelijkheidsreferendum en ook de Ierse kwestie dreigt weer op tafel te komen.
Een paar dagen geleden had de BBC het over een dubbele, zelfs een driedubbele “Whammy”, waarmee ze beschrijven wat voor een grote schok er door het land zal gaan.
Vooreerst is er natuurlijk de Brexit die tegen 31 december moet afgerond zijn. Waarschijnlijk zullen we deze week weten of een akkoord nog tot de mogelijkheden behoort. Michel Barnier heeft besloten naar Londen te gaan om verder te onderhandelen met zijn Britse collega David Frost. Hij geeft zichzelf vier dagen. Ondertussen blijft de krachtmeting verder gaan. Beide partijen proberen de andere te laten geloven dat ze liever geen akkoord hebben dan dat ze hun principes opgeven: voor de Britten is dat hun soevereiniteit, voor de EU het aanvaarden van de voorwaarden voor toegang tot de eenheidsmarkt. Boris Johnson heeft laten weten dat zijn land ook “zonder handelsakkoord zal floreren”. Michel Barnier, wiens geduld stilaan op is, zei dan weer: “We zijn niet ver van het ‘take it or leave it’ moment.”
De onderhandelingen lopen steeds op twee obstakels vast. Ten eerste is er de visserij in Britse wateren. De EU zou haar visserijrechten met 15 à 18% willen minderen, een aanbod dat de Britten reeds als “belachelijk” afdeden. Zij willen dat Europa 80% van haar visserijrechten afstaat, wat op 650 miljoen euro per jaar zou komen. Ze willen ook dat die rechten ieder jaar heronderhandeld worden, wat Europa onaanvaardbaar vindt. Het is bijna niet te geloven dat een akkoord zou vastlopen om een haringverhaal, zeker als we bedenken dat de visserij slechts 0,12% uitmaakt van het Britse BBP. Voor de Britten is het echter een kwestie van maritieme soevereiniteit.
Als tweede horde is er het “level playing field”. Om zonder douaneheffingen toegang te krijgen tot de Europese interne markt moeten de Britten er zich toe verbinden geen oneerlijke concurrentie te zullen toelaten, wat eventueel zou kunnen gebeuren door bepaalde eigen industrietakken te subsidiëren of sociale, milieu- en gezondheidsreglementeringen te versoepelen. Om elke vorm van dumping te vermijden eist de EU dat de reglementeringen gelijklopend zijn en dat er sancties volgen als één van beide partijen er een concurrentievoordeel uit haalt. De Britten moeten er niet van weten dat er bij de beoordeling van eventuele verschillen eerst naar het Europese recht zou worden gekeken.
De dag nadien zal de ontnuchtering groot zijn
Als de onderhandelingen mislukken, stevenen we dus op een ontkoppeling van de markten af. De Britse douanetarieven zullen de voorschriften van de WTO (World Trade Organisation) moeten volgen en de clausule van de meest begunstigde natie moeten respecteren. De EU zal de douanerechten en quota toepassen die ze voorzien voor “derde landen”. Dit nieuwe tariefbeleid zal schadelijke gevolgen hebben voor de handelsrelaties tussen de twee entiteiten. Voor het VK zal de schok het grootst zijn, want hun goederenexport naar de EU bedraagt 46% van hun totale export en hun import vanuit de EU 53% van hun totale import. Hun belangrijke dienstensector, die instaat voor 79% van de Britse economie en voor 45% van hun totale export, heeft de EU als voornaamste afzetmarkt.
In de omgekeerde richting omvat de uitvoer van de EU-lidstaten naar het VK slechts 6,6% van de totale EU-uitvoer en 3,8% van het BBP. België en Nederland, wier export naar het VK toch 7% van hun BBP bedraagt, zullen het zwaarst lijden onder een eventuele no-deal.
Volgens de Confederation of British Industries zou in geval van een no-deal 90% van de exportgoederen belast worden, maar de ene sector zal het meer voelen dan de andere. De invoerrechten (om de EU binnen te komen) zouden bijvoorbeeld voor auto’s op 10% komen te liggen. Dit betekent dat een liefhebber van Engelse merken gemiddeld 3.000 euro meer zal moeten neertellen voor zijn droomauto. In de andere richting geldt hetzelfde: een Engelse consument zal een gelijkaardig extra bedrag moeten betalen voor een Duitse wagen. Aangezien dergelijke autoprijzen niet langer competitief zijn, zullen velen die auto niet meer kopen of voor een Aziatisch model gaan. De automobielindustrie verwacht aan beide kanten van het Kanaal een totaal verlies van 120 miljard euro.
Het gaat niet enkel om de douanetarieven
Britse industriëlen vrezen de non-tarifaire obstakels echter nog meer dan de douanerechten: quota, toegangsinspecties, administratieve vertraging, files aan de grenzen enz. Zelfs zonder invoerheffingen heeft een Britse uitvoerder administratieve documenten in te vullen. Nu zou dat aantal echter stijgen van 55 miljoen naar 275 miljoen, de extra kost van al deze paperassen wordt op 15 miljard Britse pond geschat. Sectoren zoals de auto-industrie, de chemie en de grootdistributie, die voor hun logistieke bevoorrading afhangen van het “just-in-time” principe zullen zwaar gestraft worden, en farmaceutische producten die absoluut binnen de 24 uur geleverd moeten worden, zullen onbruikbaar worden. De conformiteitscertificaten die in het geval van een no-deal door beide partijen zullen geëist worden, zorgen voor slapeloze nachten in de chemie-, de farma- en de luchtvaartsector.
Een ontkoppeling tussen het VK en de EU zal ontelbare gevolgen hebben voor het dagelijkse leven van de Britten, in mindere mate voor dat van de Europeanen. Energietransport zal niet meer zo vlot verlopen. Bij een tekort of een breuk in het elektriciteitsnet zullen de Britten hun reserves (aan hernieuwbare energie) moeten aanspreken. De overdracht van kritieke gegevens (justitie, politie, antiterrorisme) zal afhangen van de mate waarin de regelgeving van beide entiteiten op elkaar is afgestemd. De essentiële verbondenheid op het vlak van luchttransport is nog een ander zorgenkind. We lopen het risico dat er oneindig lange rijen vrachtwagens aan de grenzen staan. De Britten zullen een ETIAS formulier (European Travel Information and Authorization System, nvdr) moeten invullen om binnen de EU te kunnen reizen. De lijst met problemen wordt steeds langer…
Een zware slag voor de City
Volgens het Office for Budget Responsibility (OBR) zou een no-deal het BBP op korte termijn nog twee extra punten afhandig maken en op de langere termijn 4 punten. De Bank of England voorziet nu voor 2020 een daling van het BBP met 11%. Ze heeft haar vooruitzichten naar omlaag moeten bijstellen door de tweede coronagolf, die er in het VK zwaar op inhakt. De cijfers voor 2021 ondergingen hetzelfde lot: 7.25% in plaats van 9%. En dit is zonder rekening te houden met een no-deal. Volgens KPMG zal de groei voor 2021 gehalveerd worden bij een no-deal. Het agentschap schaalt die in op 4,4% (10,1% mocht het VK deel blijven uitmaken van de eenheidsmarkt, 7,2% indien er een minimumakkoord wordt afgesloten voor goederen). Het OBR beweert dat er bij een no-deal 300.000 Britten werkloos zullen worden. De impact van de covidcrisis was wel zwaarder, maar de gevolgen van een no-deal zullen diepgaander en langduriger zijn.
De financiële sector, het kroonjuweel van de Britse knowhow, die voor 10% van de fiscale overheidsinkomsten zorgt, zal zwaar lijden onder een no-deal. De financiële bedrijven die niet naar het Europese vasteland verhuisd zijn, zouden plots hun financieel paspoort verliezen, met andere woorden hun recht om in de EU te opereren. Dit zou enkel nog kunnen indien de Europese Commissie de Britse en de Europese reglementeringen gelijkschakelt, zoals ze dat ook deed voor clearinghuizen en centrale effectenbewaarinstellingen om de stabiliteit van het financiële systeem te vrijwaren. De EU lijkt in deze echter minder gehaast dan haar Britse tegenhanger. Ze houdt dit voorrecht dan ook achter de hand voor toekomstige onderhandelingen.
Een koninkrijk dat niet zó verenigd is
In het protocol voor het terugtrekkingsakkoord wordt een open grens voorzien tussen de twee Ierlanden, dit om voor geen spanningen te zorgen tussen beide gemeenschappen. Daarom heeft Londen toegestaan dat Noord-Ierland bij de Europese eenheidsmarkt blijft, terwijl het eigenlijk deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk. Een eventuele no-deal zou hier niets aan veranderen, maar de situatie zou er wel nog paradoxaler op worden: een deel van het VK zou bij de EU blijven en diens normen en regels blijven volgen.
De nieuwe handelsgrens tussen het VK en de EU ligt nu “in de Ierse Zee”, het zenuwcentrum van de nieuwe regeling. Het is daar dat de goederen die verscheept worden tussen de EU en het VK zullen worden gecontroleerd. Op goederen afkomstig van het VK die Ierland binnenkomen zullen de invoerrechten van de EU toegepast worden, behalve als hun bestemming de Noord-Ierse interne markt is. Het zal een moelijke taak worden waar zich dan een gemengd comité moet mee bezig houden, een ad hoc orgaan dat een vlotte goederencirculatie moet controleren.
Het VK is niet alleen gedwongen een binnengrens te aanvaarden, het zal ook de grootste problemen hebben om te vermijden dat Schotland, waar 62% van de mensen “remain” stemden, onafhankelijk wordt en terug bij de EU zal aansluiten. Boris Johnson heeft de vraag van de Schotse eerste minister Nicola Sturgeon om een tweede referendum te organiseren verworpen. De Schotse regeringsleiders hadden immers beloofd een referendum zoals in 2014 slechts één keer per generatie te laten plaatsvinden. Maar COVID-19 heeft de dingen omgegooid. 72% van de Schotten is tevreden met de manier waarop de Schotse regering is omgegaan met de epidemie, terwijl de meerderheid van de Britten geen vertrouwen meer heeft in Boris Johnson omdat hij zo vaak van strategie veranderde bij de bestrijding van het virus. Nicola Sturgeon, die de publieke opinie achter haar heeft, verklaarde: “De onafhankelijkheid ligt duidelijk binnen handbereik (…), ik ben nog nooit zo zeker geweest dat ze er zal komen”.
Het is 1 voor 12, Mr. Johnson
De nieuwe maatregelen voor een gedeeltelijke lockdown van de regering Johnson hebben voor heel wat opschudding gezorgd binnen zijn partij. Door het land in drie inperkingsniveaus te verdelen, afhankelijk van de besmettingsgraad, is de regering onder vuur genomen door tientallen Conservatieve parlementsleden wier kieskring in een rode zone kwam te liggen. Om hun woede te sussen heeft Boris Johnson een einddatum moeten vastleggen voor die maatregel. Zal hij bereid zijn de EU zonder akkoord te verlaten voor die leden van zijn partij die altijd al voorstander waren van een “hard Brexit”? Het kan. Alles kan. Engeland lijkt steeds meer op een stuurloos schip, dat zonder kompas vaart, plotsklaps van richting verandert en langs alle kanten water maakt. Een no-deal Brexit zou echt wel de druppel zijn die de emmer doet overlopen.