Het is al ruim een halve eeuw geleden, dat General Motors (NYSE:GM) de eerste auto op waterstof bouwde. U kunt de GM Electrovan nu bewonderen in het museum. En al meer dan een halve eeuw is waterstof de belofte voor de schone energietechnologie van morgen. Sommige denken, dat het altijd zo zal blijven. Een groeiende groep denkt echter dat klimaatverandering en de snelle opmars van wind- en zonne-energie de deur openen om waterstof eindelijk zijn belofte te laten inlossen.
Zoals de zaken er nu voor staan, wordt het steeds moeilijker voor landen om de doelstellingen van het Verdrag van Parijs te bereiken en om dus de CO2 uitstoot drastisch te verlagen. Wil het Verdrag alsnog kans van slagen hebben, dan moet hernieuwbare energie snel een veel groter aandeel in het totale aanbod van energie krijgen. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het aanbod van bijvoorbeeld wind- en zonne-energie is nog steeds behoorlijk afhankelijk van de weersomstandigheden of de tijd van het jaar.
Een van de aantrekkelijke eigenschappen van waterstof is dat het een uitstekende manier is om dit wisselend aanbod van energie op te slaan. Een ander voordeel van waterstof is, dat het niet alleen als brandstof kan dienen voor auto’s, maar ook voor vrachtauto’s en schepen. Waterstof kan ook dienen als grondstof voor bijvoorbeeld raffinaderijen en voor staalfabrieken. Dit soort grootschalige industriële activiteiten vindt vaak, zo niet altijd plaats in havengebieden. Dat maakt het gemakkelijk om een gezamenlijke infrastructuur op te zetten.
Waterstof herbergt met andere woorden talloze voordelen in zich, zo ook de afvalstof als je waterstof omzet in energie. Die afvalstof is water en geen broeikasgassen. Daarnaast komt het heel veel in de natuur voor! Wat willen we eigenlijk nog meer? Wel, er zitten ook mindere kanten aan waterstof. Waterstof wordt nu nog vooral met fossiele brandstof opgewekt. Bij het Internationaal Energie Agentschap (IEA) hebben ze uitgerekend dat de productie van waterstof even veel CO2-uitstoot genereert als de gezamenlijke economieën van het Verenigd Koninkrijk en Indonesië. Dat moet anders en beter. De beste oplossing zou zijn als hernieuwbare energie de rol van de fossiele brandstof zou kunnen overnemen. En dan zijn er natuurlijk altijd nog de kosten. Die zijn nog steeds aan de hoge kant. Waterstof opgewekt met hernieuwbare elektriciteit is tot driemaal zo duur dan wanneer gas ingezet wordt. Er blijft dus nog veel te wensen over, maar gelukkig dalen de kosten voor wind- en zonne-energie nog steeds in een gestaag tempo.
Of waterstof op de niet al te lange termijn een succesvolle energiebron wordt, hangt ook af van overheden. Volgens het IEA staat en valt een succesvol waterstof project nog steeds met de inzet van overheidssubsidies. Het beleid zou er veel meer op gericht moeten zijn de private sector te verleiden te investeren in schone waterstof. Ook moet de internationale handel in waterstof gestimuleerd worden. Er blijft met andere woorden nog heel veel te wensen over voordat waterstof niet eeuwig de schone energie van morgen blijft.