Dit zijn de hoogtepunten van de komende week op de financiële markten
De komende week wordt een overgangsweek tussen een lente die compleet gedomineerd werd door de gezondheidscrisis en het begin van een zomer waarin iedereen de schade zal proberen te meten die werd/wordt aangericht door het virus. Dat geldt zowel voor individuele personen als voor (beursgenoteerde) bedrijven en overheden. We zullen (deels) het antwoord vernemen op de vraag die op ieders lippen ligt: wat is bij benadering de schade aangericht door Covid 19 ? Wat de beursgenoteerde bedrijven betreft, wordt het resultatenseizoen op donderdag 13 juli op gang geschoten. Dan worden de eerste resultaten over het tweede kwartaal op Wall Street bekendgemaakt. In afwachting van die cijfers moeten we nog wat geduld koesteren, hoewel in de dagen voordien nog enkele belangrijke macro-economische indicatoren gepubliceerd worden.
Vandaag maandag worden bijvoorbeeld de cijfers over de kleinhandelsverkopen in de eurozone bekendgemaakt. Het betreft een toestand die op jaarbasis wordt gemeten, in dit geval tot en met 31 mei. Op basis van de kleinhandelsverkopen kan duidelijk worden in welke mate de lockdown op de consumptie zal gewogen hebben. Die lockdown heeft uiteraard invloed gehad, maar de mate waarin is interessant om te weten met de publicatie van de kwartaalcijfers van verschillende bedrijven uit de sector consumptiegoederen op komst. De cijferreeks van deze bedrijven wordt op gang geschoten door Pepsi (NASDAQ:PEP). De beleggers mogen verwachten dat sommige bedrijven van de consumptiesector in brede zin (zoals Netflix (NASDAQ:NFLX) of eBay (NASDAQ:EBAY)) garen hebben gesponnen uit de crisis. De resultaten van beide bedrijven worden medio juli verwacht. Het is dus kwestie van nog even geduld te koesteren.
We hoeven het ongetwijfeld niet meer te herhalen: de pandemie zal onvermijdelijk grote economische gevolgen hebben. Misschien is het zelfs wat voorbarig om al over de toekomst te spreken: in verschillende delen van de wereld, niet in het minst in de Verenigde Staten, woedt de pandemie nog steeds in alle hevigheid. We mogen ons er dus aan verwachten dat Corona zal gewogen hebben op de industriële bestellingen en de activiteiten in de bouwsector in Duitsland. Deze cijfers worden maandag bekendgemaakt. Het meest wordt echter uitgekeken naar de indices van de aankoopmanagers in zowel de industrie als in de dienstensector in de Verenigde Staten (respectievelijk PMI en ISM). Sommige analisten vrezen het ergste. De optimisten wijzen er anderzijds op dat in de VS nooit meer jobs werden gecreëerd dan vorige maand. Dat bewijst alvast één zaak: de Verenigde Staten zijn een vat vol tegenstellingen. Iets wat ons overigens niet in het minst verbaast.
Dinsdag krijgen we al een voorsmaakje op het komende resultatenseizoen in de vorm van de cijfers over het tweede kwartaal van bedrijven als Levi Strauss (NYSE:LEVI), Sodexo en Invesco. Op macro-economisch vlak staat de rentebeslissing van de Australische centrale bank op de agenda en die is niet onbelangrijk voor de koersevolutie van de Australische dollar. Deze laatste is een goede graadmeter voor de economische activiteiten in China. Eveneens belangrijk in dezelfde regio worden de cijfers over de economische activiteiten en de consumptie-uitgaven in Japan. Het meest uitkijken is het echter naar de verschillende rapporten van de lokale gouverneurs van de Amerikaanse centrale bank. Deze gouverneurs kunnen beschouwd worden als de antennes van de Federal Reserve en ze hebben een niet te onderschatten invloed op de monetaire publiek in de VS. Dit is meer bepaald het geval omdat verschillende lokale gouverneurs zetelen in het Federal Open Market Committee (FOMC), het comité dat de monetaire politiek bepaalt. Vergelijk het met de situatie in de eurozone, waar het gewicht van sommige gouverneurs van EU-staten zwaar doorweegt. Daarbij denken we op de eerste plaats aan Jens Weidmann, de gouverneur van de Duitse centrale bank.
In de VS kunnen verschillende FED-gouverneurs mogelijk met opzienbarende verklaringen uitpakken. Figuren als Raphael Bostic (Atlanta) of Thomas Barkin (Richmond) kunnen op die manier de koers van de dollar helpen bepalen. De ‘greenback’ maakte de afgelopen week pas op de plaats tegenover de euro en de yen.
Woensdag zou wel eens de meest spraakmakende dag van de week kunnen worden met onder andere de resultaten van de Franse industriële groep Alstom (PA:ALSO) op de agenda. De koers van dit aandeel piekte op 50 euro in februari, om vervolgens een diepe duik te maken in maart (Alstom was uiteraard niet de enige die dat deed). Sinds een maand consolideert de koers van Alstom rond 40 euro. Nog op woensdag zal de Europese Commissie haar bijgestelde economische verwachtingen voor de komende maand bekendmaken (European Commission Forecasts). De kans op goed nieuws is klein, want in mei kondigde presidente Ursula von der Leyen van de EC aan dit jaar een krimp van het BBP in de eurozone met 7,50% te verwachten. Wat niet meer of niet minder als een catastrofaal percentage moet worden beschouwd. Voor 2021 mikt von der Leyen op een groei met 6%. Maar zal dat groeipercentage gehandhaafd kunne worden ? Het antwoord op die vraag laten we voorlopig open. In de VS worden ook woensdag de cijfers over de evolutie van de olievoorraden bekendgemaakt. Algemeen wordt verwacht dat die voorraden gedaald zullen zijn. De prijs voor de benchmark Amerikaanse olievariëteit (West Texas Intermediate, of afgekort WTI) kan dus stijgen en op zijn beurt de prijs voor de toonaangevende Europese variëteit Brent naar boven duwen.
Donderdag zijn de blikken op de eerste plaats naar China gericht, waar de inflatiecijfers worden bekendgemaakt. De Coronacriss heeft in China de prijzen voor een aantal voedingsproducten doen stijgen, waardoor het inflatieniveau in januari meer dan 5% bedroeg. Dat was dus op het hoogtepunt van de crisis in het voormalige Middenrijk. De Chinese overheid beschikt echter over meer middelen om de inflatie te beïnvloeden als de westerse overheden: in maart daalde de inflatie op jaarbasis tot 4,25%, in april bedroeg ze nog 3,25% en in mei was ze al teruggevallen tot 2,50%. Het cijfer voor de maand juni kan in dezelfde orde van grootte liggen, wat betekent dat het zal uitkomen in de buurt van het gemiddelde van 2,90% dat in 2019 werd opgetekend.
Donald Trump blijft beklemtonen dat voor de doorsnee Amerikaan de economische situatie belangrijker is dan de pandemie. Corona heeft nochtans lelijk huis gehouden in staten als Californië, Texas en Florida. Donderdag zal er daarom veel aandacht uitgaan naar de nieuwe aanvragen voor een werkloosheidsuitkering. Deze zijn naar verwachting fors gedaald, waardoor de werkloosheidsgraad kan terugvallen tot ongeveer 10%. In april stond die werkloosheidsgraad nog op 14,70% en in mei was dat 13,30%. Wall Street is erg gevoelig aan de werkloosheidscijfers, een daling er van kan het gedrag van de consumenten positief beïnvloeden.
In Europa wordt donderdag de naam van de nieuwe president van de Eurogroup, de club van de ministers van Financiën uit de eurozone, bekendgemaakt. De huidige voorzitter, de Portugees Mario Centeno, heeft al laten weten dat hij geen tweede mandaat nastreeft. Met grote interesse zal donderdag ook uitgekeken worden naar de cijfers over het eerste halfjaar van de Franse projectontwikkelaar Kaufman & Broad. De koers van dit aandeel consolideerde geruime tijd rond 35 euro, om een piek te bereiken op 40 euro. Wie toen instapte, maakte de verkeerde beslissing want de koers viel terug tot 20 euro en herstelde vervolgens tot boven 30 euro. De gezondheidscrisis woog zwaar op de vastgoedmarkt, ook en vooral op de residentiële markt. Wat toevallig de specialiteit is van Kaufman & Broad, zowel in Frankrijk als in België. Alles wijst er dat dit bedrijf eerder zwak zal gepresteerd hebben, maar vooral naar de vooruitzichten wordt met grote aandacht uitgekeken.
De luchtvaartsector werd hard geraakt door de uitbraak van het Coronavirus: de vliegtuigen bleven aan de grond en de luchthavens bleven gesloten. Daarom wordt met bijzondere aandacht uitgekeken naar de kwartaalcijfers van Delta, dat echter niet bepaald tot de marktleiders binnen de sector gerekend kan worden. Nog donderdag zijn er de cijfers van de Canadese goudmijn Unigold, één van de juniors (kleinere mijnen) binnen zijn sector. Echt belangrijk zijn de cijfers van Unigold niet (de koers is op jaarbasis met 10% gedaald), maar ze vestigen wel opnieuw de aandacht op de evolutie van de goudprijs. Het goud is sinds het begin van dit jaar 12% duurder geworden. Sommige analisten zien de goudprijs doorstijgen tot boven 2000 dollar. Tijdens de crisis kon deze magische grens echter niet gehaald worden.
Op macro-economisch vlak is het steeds de moeite waard om de evolutie van de prijzen te volgen in Japan, een land dat zwaar door deflatie werd geteisterd. In mei zijn de productiecijfers met 2,70% gedaald, voor juni wordt gerekend op 1,90%. Ter info: eind mei waren de consumptieprijzen in Japan met 0,10% gedaald.