De Amerikaanse centrale bank (Fed) heeft een dubbelmandaat. Aan de ene kant zorg dragen voor stabiliteit op de financiële markten en aan de andere kant sturen op volledige werkgelegenheid. Financiële markten zijn volgens de monetaire beleidsbepalers gebaat bij een inflatie van ongeveer 2 procent op jaarbasis (doelstelling).
De persoonlijke consumptie uitgaven, weergegeven in de PCE-prijsindices, worden door de Fed als belangrijkste graadmeters voor de ontwikkeling van de inflatie gezien. Afgelopen vrijdag werden de PCE-prijsindices over de maand juli gepubliceerd. De algemene inflatie was zowel op maandbasis als op jaarbasis in lijn der verwachtingen met respectievelijk een stijging van 0,2 en 2,5 procent. Zonder rekening te houden met de volatiele prijzen van voeding en energie steeg de kerninflatie ook conform de verwachtingen met 0,2 procent op maandbasis. De uitkomst op jaarbasis verraste positief met een uitkomst van 2,6 procent. De verwachting lag namelijk op een lichte stijging van de kerninflatie naar 2,7 procent.
De helft van de prijsstijgingen in de maand juli komt voor rekening van de huisvestingskosten. Deze kosten stegen met 0,4 procent. De kerninflatie zonder rekening te houden met de “shelter costs” is 0,1 procent, deze uitkomst ligt derhalve ruim onder de doelstelling van de Fed.
Zachte landing
Nu de inflatie de goede kant op tendeert, verschuift de aandacht van de Fed naar de arbeidsmarktdoelstelling. Het sturen op volledige werkgelegenheid betekent concreet een werkloosheidspercentage van circa 4 procent. Het huidige werkloosheidspercentage is 4,3 procent. Ondanks dat het huidige percentage nog relatief laag is, worden er de laatste maanden minder mensen aangenomen en heerst de perceptie onder de arbeiders dat er minder geschikte banen voorhanden zijn.
In de maand juni werd het aantal nieuwe banen naar beneden bijgesteld van 206.000 naar 179.000. De uitkomst in de maand juli was ronduit teleurstellend met slechts 114.000 nieuwe banen. Deze uitkomst was mede aanleiding tot een forse verkoopgolf begin augustus op de aandelenmarkten wereldwijd. Beleggers maakten zich namelijk zorgen dat de Fed achter de feiten aan zou lopen door te laat te beginnen met de renteverlagingen. Hierdoor wakkerde de angst aan voor een aanstaande economische recessie. Deze vrees werd later in de maand augustus gelogenstraft door de fors beter dan verwachte consumentenbestedingen en de bijstelling van de economische groei in het tweede kwartaal van 2,8 procent naar 3 procent. Deze uitkomsten bevestigen dat een zachte landing van de Amerikaanse economie vooralsnog het meest opportuun lijkt.
Na een valse start aan het begin van de maand augustus zijn de aandelenbeurzen op Wall Street ruim hoger gesloten. De Dow Jones steeg met 2 procent naar een nieuw record. De toonaangevende S&P 500-index sloot 3,8 procent hoger. Dit is de vierde maand op rij dat deze index op maandbasis hoger is gesloten. Technologiebeurs Nasdaq sloot zelfs 4 procent hoger maar is nog wel bijna 6 procent verwijderd van de hoogste stand ooit.
Focus op banenrapport
De Europese aandelenbeurzen blijven vandaag dicht bij huis omdat er geen richtinggevend nieuws uit Amerika komt omdat Wall Street gesloten blijft in verband met Labour Day. Dit zal anders zijn in de loop van de week. Deze week geeft de Fed inzage in de economische ontwikkelingen met de publicatie van het “Beige Book”. Daarna komt loonstrookverwerker ADP met het aantal nieuwe banen in de private sector en als klap op de vuurpijl wordt vrijdagmiddag het officiële banenrapport gepubliceerd. De uitkomsten van het banenrapport in augustus zullen van invloed zijn op de hoogte van de rentestap van de Fed in september. FactSet verwacht een toename van 175.000 nieuwe banen.