De inflatie in de eurozone is op het hoogste niveau uitgekomen sinds de invoering van de euro op 1 januari 1999. In december werd door het Europese statistiekbureau Eurostat een prijsstijging van 5 procent gemeten, dit is een stijging van 0,1 procent ten opzichte van november. Binnen de eurozone liet Estland met een inflatie van 12 procent de grootste stijging zien en Malta de laagste stijging met 2,6 procent. De belangrijkste oorzaak van de stijgende inflatie zijn de hard opgelopen energieprijzen van olie, gas en elektriciteit.
De marginale stijging van de inflatie van 0,1 procent op jaarbasis ten opzicht van november (4,9 procent) kan er op duiden dat de inflatie aan het pieken is. De kerninflatie, zonder rekening te houden met de volatiele prijsontwikkeling van voedsel en energie, bleef gelijk op 2,6 procent. De monetaire beleidsbepalers kijken als het gaat om inflatieverwachtingen met name naar de kerninflatie. De Europese Centrale Bank (ECB) gaat er nog steeds vanuit dat op middellange termijn de inflatie zal terugvallen tot onder de doelstelling van 2 procent.
Uit de notulen van de ECB valt op te maken dat het economisch herstel voorspoedig verloopt, maar vanwege alle coronamaatregelen nog steeds kwetsbaar is. Daarom worden de steunmaatregelen geleidelijk afgebouwd zonder een duidelijke einddatum te noemen. De kans dat de ECB dit jaar de rente verhoogt is derhalve vrijwel nihil.
De ECB vaart een andere koers dan de Amerikaanse evenknie, de Fed. Vooralsnog gaan de Amerikaanse monetaire beleidsbepalers ervan uit dat de rente drie keer verhoogd gaat worden dit jaar. Christine Lagarde, ECB-voorzitter, heeft het ruimere Europese monetaire beleid verdedigd door te wijzen op het achterblijven van zowel de inflatie als het economisch herstel in vergelijking met de Verenigde Staten.
Beurssentiment
Nadat de technologiebeurs Nasdaq afgelopen woensdag ruim 10 procent lager sloot dan de all-time high in november zorgden gisteren koopjesjagers nog voor hogere opening op Wall Street. Gaandeweg de handelsdag sloeg het sentiment om waardoor Amerikaanse indices lager sloten. De Nasdaq moest uiteindelijk 1,3 procent inleveren en bevestigde hiermee van de zesenzestigste correctie sinds het bestaan van de technologie-index.
Nabeurs kwam Netflix (NASDAQ:NFLX) met de vierde kwartaalcijfers. Zowel de groei van het aantal abonnees met 8,3 miljoen als de omzet waren conform de verwachtingen van analisten. De winst per aandeel was zelfs beter dan waarop vooraf was gerekend.
De verwachting omtrent het aantal nieuwe abonnees van 2,5 miljoen voor het lopende kwartaal was echter ronduit teleurstellend. Analisten kwamen gemiddeld uit op 5,8 miljoen nieuwe abonnees. Ondanks de toegenomen concurrentie verhoogde het bedrijf een week geleden de abonnementsprijzen voor Amerikanen en Canadezen. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de toekomstige groei, in ieder geval wel voor de komende maanden.
Het aandeel Netflix noteert voorbeurs 20 procent lager en helpt daarmee het beurssentiment niet.