Even schoot de koers van de bitcoin dinsdagavond omhoog. De reden was dat op X (voorheen Twitter) werd gemeld dat de beurswaakhond van de Verenigde Staten, de SEC, goedkeuring gegeven zou hebben voor de start van de handel in bitcoin-ETF’s. Het bericht bleek echter vals. Al snel meldde SEC-topman Gary Gensler dat er op het X-account van de toezichthouder een ‘ongeautoriseerde’ melding was geplaatst. Het account van de SEC was dus gehackt. In de nog geen 20 minuten dat het bericht online stond steeg de bitcoin van ongeveer 46.700 dollar naar bijna 48.000 dollar. Na de ontkenning viel de cryptomunt echter weer terug tot onder de 46.000 dollar.
Al sinds 2013 heeft de SEC geprobeerd de komst van trackers op de bitcoin tegen te houden omdat de trackers mogelijk tot marktmanipulatie zouden kunnen leiden. De handel in de munt zelf is immers niet gereguleerd. Echter vorig jaar sommeerde de rechter de SEC om opnieuw naar toelating te kijken. Een besluit zou uiterlijk 10 januari genomen moeten worden. Met flinke tegenzin maakte de SEC daarom gisteravond bekend dat het voortaan Amerikaanse bitcoin-ETF’s zal toestaan. Vanaf vandaag is er handel mogelijk in een 11-tal bitcoin ETF’s, onder andere van grote vermogensbeheerders als BlackRock, Fidelity en Invesco. De verwachting is dat er flinke concurrentie zal ontstaan tussen de verschillende aanbieders. Middels het aanbieden van de meest gunstige voorwaarden (lees: de laagste kosten) zal men zoveel mogelijk beleggers willen binnenhalen.
De reactie op het nieuws was ditmaal lauw; de bitcoinkoers steeg aanvankelijk lichtjes maar daalt vandaag alweer. De vraag is of er echt een koerssprong valt te verwachten. Er is namelijk al veel ingeprijsd de afgelopen maanden en vaak is het bezit van de zaak het einde van het vermaak. Het nieuws van de goedkeuring zou dan ook evengoed een ‘sell-the-news’ gebeurtenis kunnen worden. Vooruitlopend op de goedkeuring van de ETF’s steeg de bitcoin al flink (zo’n 75 procent) van begin september vorig jaar tot deze week met als slotakkoord dus de extra spike dinsdagavond op de vermeende goedkeuring. Toch valt er wat te zeggen voor een hogere koers in de toekomst. De komst van de trackers zorgt er immers voor dat het voor particuliere beleggers en grote vermogensbeheerders eenvoudiger en veiliger wordt om in de digitale munt te handelen. Al dat gedoe met een digitale portemonnee hoeft nu namelijk niet meer. Waarschijnlijk leidt de handel in de nieuwe ETF’s tot een grote toestroom van nieuw speculatief kapitaal in de bitcoin. Dit komt omdat het zogenaamde fysieke trackers betreft. Dit betekent de koers van de trackers 1 op 1 meebeweegt met de onderliggende waarde, de bitcoin zelf. Dus als er meer trackers verkocht worden, is er tegelijk ook meer vraag naar de onderliggende waarde.
Spaarders slechter af bij belastingaangifte over 2023
Met het ‘Kerstarrest’ in december 2021 heeft de regering de opdracht gekregen om belastingheffing over vermogen in Box 3 beter te laten aansluiten bij het werkelijk behaalde rendement. Omdat dit niet zomaar geregeld is bij de Belastingdienst, is er overgangswetgeving gekomen. Hierbij bepaalt de overheid tegen welk rendement bepaalde vermogensbestanddelen belast zullen worden. Het rendement op ‘overig’ vermogen is gebaseerd op langjarige gemiddelde rendementen van aandelen, onroerend goed en obligaties en kan daarom voorafgaand aan het betreffende belastingjaar worden bepaald. Voor belastingjaar 2023, met peildatum 1 januari 2023, werd dit vastgesteld op 6,17 procent. U wordt dus geacht op uw aandelenportefeuille of uw verhuurde woning een rendement van 6,17 procent te hebben behaald. Over dit rendement mag u vervolgens 32 procent aan belasting afdragen indien het vermogen in Box 3 meer bedraagt dan 57.000 euro per belastingplichtige (de werkelijke berekening is ingewikkelder, maar daar zal ik u niet mee vermoeien).
Het rendement op spaargeld wordt echter pas na afloop van het belastingjaar bepaald. Dus ergens in de komende weken wordt bekend gemaakt welk rendement u wordt geacht te hebben behaald op uw spaargeld dat u bezat op 1 januari van vorig jaar. In de voorlopige aanslagen van de Belastingdienst over 2023 was de leidraad een rendement van 0,36 procent, hetgeen al fors is omdat veel spaarrekeningen begin 2023 nog een negatieve rente hadden. Maar onder druk van de oplopende geldmarktrente als gevolg van de rentebesluiten van de ECB is de creditrente op spaarrekeningen in de loop van 2023 weer opgelopen. In achtneming hiervan kan er berekend worden hoeveel het gemiddelde rendement afgelopen jaar is geweest. Dit komt uit op 0,92 procent. Veel meer dus dan waar eerder rekening mee werd gehouden in de voorlopige aanslag. Dat wordt dus helaas bijbetalen bij de definitieve aanslag.