Afgelopen vrijdag sloten de Amerikaanse beurzen, ondanks het prachtige herstel van die dag, voor de zesde opeenvolgende week per saldo af met een daling. De meeste aandelenbeurzen zitten inmiddels in een bearmarket. Dat maakt dat een aantal beleggers niet zo happig is om hun geld in aandelen te investeren. Aan de andere kant zijn de verwachte renteverhogingen van de ECB en de Fed ingeprijsd door de markt en zijn de waarderingen van heel veel aandelen best aantrekkelijk geworden. Terugkijkend over het afgelopen half jaar kun je zien dat de aandelenmarkten zich heel erg renteafhankelijk hebben getoond. De risicopremie voor aandelen is namelijk gelijk gebleven.
De winsten zijn gemiddeld over de hele linie gestegen. Van de bedrijven uit de S&P 500 die over het afgelopen kwartaal de boeken hebben geopend heeft 77 procent een hogere winst per aandeel gerapporteerd dan waarop vooraf werd gerekend. Dat mocht de koersontwikkeling echter niet baten. Daaruit blijkt dat de markten met lagere waarderingen voor aandelen zich toch vooral hebben aangepast aan de hogere renteniveaus. Daardoor ook hebben de aandelen met een hogere koerswinstverhouding een grotere veer gelaten dan de aandelen met een lagere.
De grote vraag blijft of centrale bankiers erin zullen slagen de inflatie werkelijk naar beneden te krijgen. Natuurlijk, na verloop van tijd wordt het tempo van de stijging lager, omdat de vergelijkingsbasis gunstiger wordt. Maar, je ziet ook dat door inflatie de koopkracht verschuift. Mensen moeten immers nu een groter gedeelte van hun vermogen besteden aan allerlei uitgaven. En, wat je nu uitgeeft, kun je volgend jaar niet nog een keer besteden. Aangezien de hogere energieprijzen de belangrijkste bijdrage leveren aan het gestegen prijsniveau, is het belangrijk een inschatting proberen te maken hoe lang die zo hoog zullen blijven.
Maar ook de prijzen van bijvoorbeeld graan zijn hoog. Oekraïne en Rusland zijn belangrijke graanproducenten en door de oorlog tussen beide landen is de prijs van graan fors gestegen. Het feit dat India heeft besloten de export van graan op te schorten om te voorkomen dat het land zelf er een tekort aan krijgt en het tegen hoge prijzen moet gaan inkopen, deed de graanprijs geen goed. De aankondiging zorgde ervoor dat de graanprijs met bijna 6 procent steeg.
Als we weer de meest recente rapportage van Factset erbij pakken, dan zien we dat 85 procent van de ondernemingen uit de S&P 500 het woord ‘inflatie’ als resultaat beïnvloedend effect noemt in de toelichting op de kwartaalcijfers. Dat is het hoogste percentage sinds Factset dat in 2010 is begonnen te analyseren. Dat kan natuurlijk de komende kwartalen een (negatieve) invloed gaan hebben op de winstmarges van ondernemingen. Beleggers zullen daarom deze week de resultaten over het eerste kwartaal van de Amerikaanse retailers nauwlettend in de gaten houden, net als het cijfer van de Amerikaanse detailhandelsverkopen over de maand april dat morgen wordt gepubliceerd. Beleggers zijn benieuwd hoe die zich zullen verhouden tot het feit dat het sentiment onder consumenten op het laagste niveau van de afgelopen zeventig jaar staat zonder dat de Amerikaanse economie zich in een recessie bevindt.
We weten ook dat op inflatie een loongolf volgt. Mensen zullen immers gecompenseerd willen worden voor het feit dat ze meer geld kwijt zijn aan allerlei dagelijkse uitgaven. Tel daarbij op dat de arbeidsmarkt nogal krap is, en loonsverhogingen lijken een uitgemaakte zaak. Daardoor zou de inflatie langer hoog kunnen blijven. Of zo’n trend een vriend van beleggers zal zijn, valt nog maar te bezien.