Het merendeel van de toonaangevende beursgenoteerde ondernemingen heeft over het afgelopen kwartaal de boeken geopend. Beleggers kunnen zich daarom de komende tijd zonder af te veel afleiding bezighouden met de allerhande macrocijfers die worden gepubliceerd. Deze week is het de beurt aan de inkoopmanagers. Met die uit de Verenigde Staten, Japan, Frankrijk en Duitsland staan niet de minste landen op de rol.
Rijzende economie?
Ondertussen is er al goed nieuws uit Japan. Over het eerste kwartaal blijkt namelijk de economische groei rijzende te zijn. Er werd door analisten gerekend op een krimp, maar wat blijkt? De economie groeide met 2,1 procent. Voordat beleggers teveel hosanna juichen is het echter wel goed iets verder te kijken dan de neus lang is. De positieve balans komt vooral tot stand omdat er per saldo minder werd geïmporteerd dan dat er werd geëxporteerd. Beide cijfers lieten echter een daling zien, net zoals de binnenlandse uitgaven van consumenten. Een hoger dan verwachte opbouw van voorraden is evenmin een teken van kracht. De Japanse overheid deed een positieve duit in het zakje, maar eigenlijk zijn beleggers wat dat betreft de laatste jaren niet anders gewend. De Nikkei ging 0,2 procent hoger de dag uit, maar dat is deels ook aan Toyota (T:7203) te danken. Nu Trump het instellen van invoertarieven op Japanse en Europese auto’s met een halfjaar heeft uitgesteld, krijgen de koersen van deze aandelen de gelegenheid (iets) te herstellen van de forse koersdalingen van de afgelopen tijd. Bij Fintessa zijn wij van mening dat een mogelijk zwaluwtje nog geen zomer maakt en laten de aandelen van autobouwers daarom links liggen.
Geen win-win situatie
De komende tijd zal er ongetwijfeld weer van alles in het nieuws verschijnen over het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China al staan er voor zover nu bekend geen nieuwe onderhandelingen tussen beide landen op de rol. Trump heeft natuurlijk al van zich laten horen door te stellen dat de uitkomst van de onderhandelingen nooit voor iedereen hetzelfde resultaat kan opleveren. Het zal volgens hem voor een aantal bedrijven extra kosten met zich meebrengen omdat zij hun productie zullen moeten verplaatsen uit China naar andere landen in de regio, bijvoorbeeld Vietnam. Omdat dit ten koste zal gaan van de Chinese bedrijvigheid is Trump er mede daarom van overtuigd dat China en de Verenigde Staten vroeger of later wel tot een vergelijk zullen komen. Het mag wat kosten…
Voorlopig heeft China echter ook nog wel wat ijzers in het vuur. Er lijkt namelijk aan het stille protest in de vorm van de afwaardering van de Chinese munt, de yuan, nog geen einde te komen. Sterker nog, de komende tijd zou er ten opzichte van de dollar verdere druk op de yuan kunnen ontstaan. Wat wil namelijk het geval? De komende tijd keren veel Chinese beursgenoteerde ondernemingen met een notering aan een buitenlandse beurs hun dividend uit. Dat gebeurt natuurlijk ook in de valuta van het land waar het aandeel genoteerd staat. Om dat te kunnen bekostigen zullen deze ondernemingen daarom yuans moeten verkopen om de desbetreffende valuta, veelal dollars, aan te schaffen. Bloomberg heeft berekend dat het in de periode van juni tot augustus totaal om een bedrag van 18,8 miljard dollar gaat en dat op een moment dat de yuan al op het laagste punt van dit jaar staat. Tel uit je (mogelijke) winst, president Trump…